EHBO les oververhitting en verstikking

Verstikking 
Oververhitting 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Verstikking 
Oververhitting 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video


Wat is oververhitting?
A
Een persoon heeft koorts
B
De lichaamstemperatuur van een persoon is te hoog
C
Het vuur voor je pan staat te hoog
D
Een persoon heeft het warm

Slide 3 - Quizvraag

Wat zie je bij iemand de oververhit is?
A
Hevig transpireren en hijgen
B
Hevig transpireren, hijgen en hoesten
C
Hevig transpireren, duizelig, maagkramp, vermoeid, bleke en koele huid
D
Koele huid en vermoeid

Slide 4 - Quizvraag

Hoe voorkomt je lichaam oververhitting?
A
Zweten
B
haarvaten in je huid worden wijder
C
A en B beide

Slide 5 - Quizvraag

Oververhitting fase 1:

Lichaam koelt zich door straling en 
zweten.
Veel vocht gaat verloren!

1. Hittekramp
  • Plotselinge heftige pijn
  • Spier strak en hard 
  • S.o. soms misselijk 
    en duizelig

Wat te doen:

  • Minder inspannen
  • Naar koele plaats
  • Extra drinken (sportdrank)
  • Zout voedsel eten (chips)
  • Stretch voorzichtig tegen de kramprichting
  • Spier koelen
  • Spier masseren

Slide 6 - Tekstslide

Oververhitting fase 2:

2. Hitte-uitputting/-stuwing
  • S.o. ziet bleek
  • S.o. heeft klamme en
    koude huid
  •  S.o. heeft hoofdpijn
  • S.o. is misselijk

Wat te doen:

  • S.o. naar koele plaats
  • Verwijder overbodige
    kleding
  • Iets koels drinken (sportdrank)
  • S.o. duizeling? Laten liggen!
  • S.o. blijft misselijk, bel huisarts/ huisartsenpost 
  • S.o. kan niet (voldoende) drinken, bel huisarts/huisartsenpost
  • S.o. knapt niet (snel) op, bel huisarts/ huisartsenpost

Slide 7 - Tekstslide

Oververhitting fase 3:

3. Hitteberoerte
  • S.o. heeft een hete droge
    huid
  • S.o. zweet niet meer
  • Snelle hartslag (klagen!)
  • Verward, onrustig, bizar
  • Suffer worden 
    (bewustzijnsverlies)
  • Toevallen/trekkingen
  • Stilstand circulatie
Wat te doen:

  • BEL 1-1-2
  • S.o. naar koele plaats
  • Koel s.o. actief af
  1. Huid vochtig maken + ventilator
  2. S.o. met koud water besproeien
  3. S.o. afsponsen
  4. S.o. in nat laken wikkelen
  5. Handdoeken uit ijswater op s.o. neerleggen
  6. Ijs of coldpacks op lichaam s.o. leggen, liezen, oksels, nek, elleboogholtes, knieholtes

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Lichte onderkoeling:

  • Bleke huid
  • Koude huid
  • Soms blauwe
    vlekken
  • Rillen
  • Blauwe lippen
  • Klappertanden
  • Goed bij bewustzijn
Wat te doen:

  • S.o. naar een warme
    beschutte omgeving
  • Verwijder natte kleding
  • Warm s.o. op met een deken (denk aan het hoofd!)
  • Onder de douche
  • Met kruiken
  • Warme dranken/voedsel

Slide 10 - Tekstslide

Ernstige onderkoeling:

  • Erg koud
  • Niet meer rillen 
    of klappertanden
  • Bleke huid met
    blauwe vlekken
  • Oren, lippen, vingers en
    tenen kunnen blauw zien
  • Eigenaardig/onverschillig gedrag
  • Onsamenhangend praten
  • Slechte motoriek
  • Langzamer wordende ademhaling
  • Suffer worden => bewusteloos
Wat te doen:

  • BEL 1-1-2
  • Breng s.o. naar warme beschutte
    omgeving
  • S.o. mag NIET bewegen
  • Natte kleding wegknippen
  • Dek s.o. toe met dekens
  • Beschermen tegen verdere
    afkoeling
  • NIET actief opwarmen!
  • S.o. suf/bewusteloos? Dan géén
    drinken geven!
  • Eventuele reanimatie lang volhouden!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Verslikking


Een slachtoffer dat zich verslikt, moet hoesten. Er zit dan iets kleins vast in zijn keel.
Verstikking

Een slachtoffer dat zich verstikt, grijpt naar zijn keel. Hij kan geen adem meer kan halen. Er zit dan iets groots vast in zijn keel.

Slide 14 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij verslikken?
A
Er komt voedsel in de luchtpijp
B
Er komt lucht in de slokdarm
C
De huig sluit niet op tijd
D
Er komt maagzuur omhoog

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een complicatie van verslikken?
A
Slijmproductie
B
ontstoken tong
C
longontsteking
D
verschuiving longvliezen

Slide 16 - Quizvraag