Mentorles Grenzen aangeven
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Deze slide heeft geen instructies
In wat voor situatie vind jij het moeilijk om NEE te zeggen?
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
(On)eens - 10 min.
KlassikaalEr zijn drie opties om met je klas aan de slag te gaan met de volgende stellingen (zie bijlage). Kies de werkvorm die het beste past bij jouw klas.
Presenteer de stellingen uit de bijlage in een actieve of minder-actieve werkvorm: wat past bij jouw klas?
Je hoeft bij geen van de werkvormen in gesprek over de uitkomsten. Denk ook nog even aan de afspraken die jullie gemaakt hebben eerder deze les!
Optie 1 - Actieve werkvorm (voor deze actieve werkvorm moet de veiligheid goed zijn in de klas): de leerlingen lopen telkens door de klas, waar een ‘streep’ in het midden staat. Er worden stellingen geroepen: uiterst links is telkens “mee eens” halverwege links is "een beetje eens", uiterst rechts is telkens “oneens”, halverwege rechts is "beetje oneens".
Optie 2 - Minder-actieve werkvorm:
de leerlingen reageren op iedere stelling door achter hun tafel te gaan staan: “eens”, of te gaan zitten “oneens”.
Optie 3 - Stellingenquiz:
verwerk de stelling in een eens/oneens quiz, bijvoorbeeld in LessonUp zelf (klik in de les linksboven op de button 'Voeg toe' en kies voor 'Quizvraag'. Zo kunnen de leerlingen met hun mobiele telefoon antwoorden invoeren!). Aan het einde van zo’n quiz kun je vaak de antwoordpercentages bekijken, dit kan interessant zijn voor een reflectiegesprek. De vragen waar het juist 50-50% verdeeld is of waar een extreem 10-90% verdeling is, zijn interessante uitgangspunten voor gesprek.
Wat zijn voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag?
Slide 4 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Weet je goed wat jouw grenzen zijn?
Ja
Nee
Slide 5 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Een vreemde vraagt jou op straat naar de weg. Gaat dit over jouw grens?
Ja
Nee
Slide 6 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Een paar van jouw klasgenoten zitten de hele tijd te fluisteren. Ze kijken af en toe in
jouw richting en proesten het dan uit. Wat doe je?
jouw richting en proesten het dan uit. Wat doe je?
Ik vertel het aan een vriend(in) en hoop dat die mij begrijpt.
Ik vraag hen heel gewoon wat er zo grappig is.
Pfff, ik laat die gewoon doen. Dat raakt me al lang niet meer, hoor
Alhoewel me dat raakt, draai ik me om en doe alsof ik niets gehoord heb.
Dat vind ik echt niet leuk. Ik word kwaad en gooi er alles uit.
Slide 7 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Wie mag er ongevraagd een pen uit jouw etui pakken?
Een klasgenoot, maakt niet uit wie.
Een klasgenoot die mijn vriend/vriendin is.
Niemand. Ze moeten het altijd vragen.
Slide 8 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Wie mag jou aan je arm trekken?
familie, vrienden, klasgenoten, docenten
Familie, vrienden,klasgenoten
Familie en vrienden
Niemand!
Slide 9 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Wat doe je als een klasgenoot achter jou tegen je stoel blijft schoppen?
Ik negeer het
Ik geef een trap terug
Ik zeg dat hij/zij moet stoppen
Ik lach erom maar vind het eigenlijk heel vervelend
Ik ga naar de docent
Slide 10 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Je hebt een zak met snoep mee naar school. Wie mogen een snoepje komen pakken?
Alleen mijn vrienden
Al mijn klasgenoten
Wie maar wil
Niemand
Slide 11 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Iemand heeft je 'voor de grap' laten struikelen en nu is je telefoon stuk. Wat doe je?
Ik vertel het aan een volwassene, zodat die kan meedenken in een oplossing.
Ik lach erom maar durf verder niets te zeggen.
Ik hou het voor mezelf anders vinden ze mij een snitch
Ik word heel boos en ga vechten met degene
Ik vraag aan de persoon zelf hoe we dit samen kunnen oplossen.
Slide 12 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Je beste vriend (in) wil iets versturen via jouw Whatsapp. Gaat dit over jouw grens?
Ja
Nee
Slide 13 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
HOE kan je grenzen aangeven?
Slide 14 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Assertief: als je goed kan opkomen voor jezelf.
Niet alleen wát je zegt is belangrijk, ook lichaamstaal speelt een grote rol. Geef voorbeelden van assertieve lichaamstaal
Slide 15 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat heb je geleerd van deze les over grenzen aangeven?
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
