Klas 4 - test mail en brief
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Een zakelijke email
A
moet netjes zijn
(formeel)
B
hoeft niet netjes te zijn (informeel)
Slide 2 - Quizvraag
De aanhef van een zakelijke email schrijf je zo:
A
Hoi meneer/mevrouw,
B
Geachte,
C
Fakka drerrie,
D
Geachte heer/mevrouw,
Slide 3 - Quizvraag
In een zakelijke email moet je bovenaan je adres vermelden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Welke afsluiting kun je niet gebruiken in een zakelijke email?
A
M.V.G.
T. Adema
B
Hartelijke groet,
T. Adema
C
Later,
T. Adema
D
Met vriendelijke groet,
T. Adema
Slide 5 - Quizvraag
In een zakelijke email gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 6 - Quizvraag
In een zakelijke email spreek je de ander aan met 'U'
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Een zakelijke email
A
formeel
B
informeel
Slide 8 - Quizvraag
Volgorde zakelijke e-mail
e-mailadres
ontvanger
inleiding
onderwerp in adresbalk
aanhef
middenstuk
slot
afsluiting/
slotgroet
eigen naam
Slide 9 - Sleepvraag
Welk leesteken komt er achter de aanhef?
A
uitroepteken
B
komma
C
punt
D
vraagteken
Slide 10 - Quizvraag
Uit hoeveel zinnen bestaat een alinea ongeveer?
A
Ongeveer 2
B
Ongeveer 5
C
Ongeveer 3
D
Ongeveer 1
Slide 11 - Quizvraag
In deze alinea vertel je uitgebreid wat het probleem/het onderwerp is.
A
inleiding
B
kern
C
slot
Slide 12 - Quizvraag
In een persoonlijke brief moet je jezelf eerst nog voorstellen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
In een persoonlijke brief mag je met spreektaal (ff, gekkk) schrijven. Dit is geen probleem
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Bij de afsluiting van een mail of brief..
A
Kun je je naam er gewoon achter schrijven
B
Moet je je naam onder de afsluiting schrijven
