In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Noem de 3 kenmerken om de vier rijken te ordenen?
A
Bladgroenkorrels, celkern en cytoplasma
B
Bladgroenkorrels, celkern en celwand
C
Blad, stengel en wortel
D
Celkern, celwand en slijmvliescellen
Slide 1 - Quizvraag
Kenmerken: Wel een celkern Geen celwand Geen bladgroenkorrels
A
plantaardige cel
B
schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel
Slide 2 - Quizvraag
zaadplanten
sporenplanten
algen/wieren
Sleep de afbeeldingen naar de juiste indeling.
Slide 3 - Sleepvraag
Wie zijn reducenten
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels
Slide 4 - Quizvraag
Een bacteriële infectieziekte kan worden bestreden met antibiotica.
A
onjuist
B
juist
Slide 5 - Quizvraag
Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels
Slide 6 - Quizvraag
wat zorgt voor voedselbederf
A
schimmels
B
bacterie en zuren
C
schimmels en bacterie
D
schimmels en zuren
Slide 7 - Quizvraag
Voedselproductie door...
A
Bacteriën
B
Schimmels
Slide 8 - Quizvraag
bacteriën en schimmels planten zich voort door deling
A
alleen bacteriën
B
alleen schimmels
C
bacteriën en schimmels
Slide 9 - Quizvraag
Het rijk van de dieren wordt verder ingedeeld in 7 stammen
We kijken hierbij naar
het skelet
symmetrie
Slide 10 - Tekstslide
Symmetrie
Het rijk van de dieren wordt onderverdeeld in stammen. Daarvoor wordt gekeken naar de symmetrie van een organisme en of het organisme een skelet heeft.
Een dier kan:
- niet-symmetrisch zijn
of
- symmetrisch zijn (tweezijdig of veelzijdig)
Slide 11 - Tekstslide
Symmetrie
Bestudeer een organisme.
Bekijk of en hoe het symmetrisch is.
tweezijdig
Slide 12 - Tekstslide
Dit voorwerp is
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch
Slide 13 - Quizvraag
Symmetrie
Dieren zijn
- niet symmetrisch
- tweezijdig symmetrisch
- veelzijdig symmetrisch
Slide 14 - Tekstslide
Welk van deze dieren is veelzijdig symmetrisch?
duizendpoot
kwal
veerster
spons
Slide 15 - Tekstslide
2
A
duizendpoot
B
kwal
C
veerster
D
spons
Slide 16 - Quizvraag
Welke symmetrie heeft dit dier?
A
Niet symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch
Slide 17 - Quizvraag
Deze zee-egel is
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch
D
tri-symmetrisch
Slide 18 - Quizvraag
Skelet
Dieren hebben
- geen skelet
- een uitwendig skelet
- een inwendig skelet
Slide 19 - Tekstslide
Veel dieren hebben stevige delen in het lichaam. Die delen geven naast stevigheid ook bescherming.
Je noemt die delen 'het skelet'. Er zijn veel verschillende soorten van 'het skelet'. Soms zit het aan de buitenkant, dan noem je het een uitwendig skelet. Soms zit het aan de binnenkant, dan noem je het een inwendig skelet.
Er zijn ook dieren die geen skelet hebben. Deze dieren leven meestal in het water.
Bijvoorbeelden van dieren zonder skelet zijn: de zee-anemoon of de kwal.