Dichtheid

Moleculen en atomen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Moleculen en atomen

Slide 1 - Tekstslide

Welke is kleiner, een molecuul of een atoom?
A
Molecuul
B
Atoom

Slide 2 - Quizvraag

Als ik 1 suiker molecuul door midden knip, dan...
A
Heb ik een kleiner stukje suiker
B
Heb ik geen suiker meer
C
Heb ik 2 losse moleculen suiker

Slide 3 - Quizvraag

Alle moleculen bestaan uit atomen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Fasen & fase overgangen

Slide 5 - Tekstslide

Een stof die stolt gaat van ...
A
gas → vast
B
vast → gas
C
vloeibaar → gas
D
vloeibaar → vast

Slide 6 - Quizvraag

Water van 60 graden is in deze fase...
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 7 - Quizvraag

hoe heet de faseovergang van gasfase naar de vloeibare fase?
A
stollen
B
rijpen
C
condenseren
D
sublimeren

Slide 8 - Quizvraag

Moleculen bewegen. Hoe bewegen moleculen in een vaste stof?
A
Ze trillen op hun plek
B
Ze bewegen langs elkaar
C
Ze gaan heel snel en botsen veel

Slide 9 - Quizvraag

verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
vervluchtigen
/ sublimeren

Slide 10 - Sleepvraag

Dichtheid

Slide 11 - Tekstslide

Is dichtheid een stofeigenschap
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Een klein stuk vurenhout drijft.
Een groot stuk vurenhout...
A
drijft
B
zinkt

Slide 13 - Quizvraag

Een blokje met een grotere dichtheid dan water gaat ......... in water.
A
drijven
B
zweven
C
zinken

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het symbool van dichtheid?
A
p
B
ρ
C
P
D
π

Slide 15 - Quizvraag

Water heeft een dichtheid van 1 g/cm3
Olie heeft een dichtheid van 0,9 g/cm3
Aluminium heeft een dichtheid van 2,7 g/cm3
perspex heeft een dichtheid van 1.2 g/cm 3

Welke stof heeft de kleinste dichtheid?
A
water
B
olie
C
aluminium
D
perspex

Slide 16 - Quizvraag

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 17 - Quizvraag

Deze open vraag komt er aan:
Welke stof heeft de grootste dichtheid?

Slide 18 - Tekstslide

Welke stof heeft de grootste dichtheid?
A
Ping Pong bal
B
Lampen olie
C
Honey (Honing)
D
Bolt (bout)

Slide 19 - Quizvraag

Deze open vraag komt er aan:
Noem 2 stoffen die een kleinere dichtheid hebben dan water. 

Slide 20 - Tekstslide

De formule voor dichtheid is:
A
dichtheid = massa x volume
B
dichtheid = massa : volume
C
dichtheid = volume : massa

Slide 21 - Quizvraag

Een stof heeft een kleinere dichtheid dan water.
Wat gebeurt er met die stof?
A
Hij gaat zinken
B
Hij gaat zweven
C
Hij blijft drijven

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer je een propje papier in de alcohol gooit zal het
A
zinken
B
drijven
C
zweven
D
dat kun je zo niet zeggen

Slide 23 - Quizvraag

Een duikboot kan zinken, zweven en drijven omdat hij
A
zijn dichtheid kan veranderen
B
zijn massa kan veranderen
C
zijn volume kan veranderen
D
vol met lucht zit

Slide 24 - Quizvraag

De massa m van een stof is 20 gram. Het volume V is 40 cm³. Hoe groot is de dichtheid?
A
1,0 g/cm³
B
2,0 g/cm³
C
0,5 g/cm³
D
4,0 g/cm³

Slide 25 - Quizvraag