De gebieden buiten Italië werden provincies. Gouverneurs bestuurden de provincies met hulp van ambtenaren.
Bewoners van de provincies betaalden hoge belastingen aan de Romeinse overheid.
Gouverneur: hoofd van een provincie of een ander onderdeel van een rijk.
Ambtenaar: iemand die werkt voor een regering.
Belasting: wat mensen moeten betalen aan de overheid.