In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
De wereld onder hoogspanning
7.1 Van wereldoorlog naar Koude Oorlog (A)
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
1. Planning
2. Activeren voorkennis
3. Leerdoelen
4. Theorie
5. Aan de slag
6. Leerdoelen nabespreken
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Slide 3 - Tekstslide
Activeren voorkennis
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de Grote Drie noemen en uitleggen waarom de Koude Oorlog al tijdens de Tweede Wereldoorlog begon
Je weet de betekenis van de begrippen invloedssfeer, bezettingszones en Westblok en Oostblok.
Slide 6 - Tekstslide
Theorie
Eigenlijk begint dit hoofdstuk nog tijdens de Tweede Wereldoorlog. De regeringsleiders van de geallieerden ontmoetten elkaar regelmatig. Daar werd niet alleen gesproken over hoe de oorlog kon worden beëindigd maar ook vooral over de vraag hoe het na de oorlog verder moest.
Slide 7 - Tekstslide
Theorie
Opschrijven:
De Grote Drie: de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog die samen vochten tegen Duitsland en Japan. Engeland (Churchill), Amerika (Roosevelt) en Sovjet-Unie (Stalin).
Slide 8 - Tekstslide
Theorie
Slide 9 - Tekstslide
Theorie
Tijdens de Conferentie van Potsdam kwamen de tegenstellingen aan het licht. De SU wilde Duitsland zwaarder straffen en ook wilde de SU de heroverde gebieden in Oost-Europa niet zomaar opgeven. Wat wel gebeurde is dat Duitsland (en Berlijn!) werd opgedeeld in vier bezettingszones.
Slide 10 - Tekstslide
Theorie
Slide 11 - Tekstslide
Theorie
De hoop was dat de regeringsleiders toch nog tot een goede oplossing zouden komen. Deze hoop bleek al snel geen realiteit. Ook al waren de Amerikanen, Britten en Russen tijdens de Tweede Wereldoorlog bondgenoten geweest tegen Duitsland, hun onderlinge wantrouwen was gebleven.
Dit komt omdat al sinds de Russische Revolutie (..?) westerse leiders en de leiders van de SU politiek tegenovergestelde uitgangspunten hadden.
Slide 12 - Tekstslide
Amerika en West-Europese landen (Westen):
Vrijheid van individu
Democratie
Kapitalisme
Vrijemarkteconomie (iedereen mag maken, kopen en verkopen wat hij wil)
Sovjet-Unie en Oost-Europese landen (Oosten):
Collectief (iedereen samen)
Communistische dictatuur
Planeconomie
Fabrieken waren staatseigendom (overheid bepaalde hoeveel er werd geproduceerd
Slide 13 - Tekstslide
Theorie
Het zou in maart 1946 komen tot de legendarische woorden van Winston Churchill:
“Van Stettin aan de Oostzee tot Triëst aan de Adriatische Zee, is een ijzeren gordijn neergelaten dwars door het Europese continent.”
Die historische woorden sprak Winston Churchill op 5 maart 1946 in het Amerikaanse Fulton. Hij was toen geen Brits premier meer. De Fultonspeech wordt vaak gezien als het begin van de Koude Oorlog.
Slide 14 - Tekstslide
Amerika en West-Europese landen (Westen):
Sovjet-Unie en Oost-Europese landen (Oosten):
Slide 15 - Tekstslide
Theorie
De tegenstellingen tussen deze twee ideologieën zou leiden tot politieke blokvorming in de wereld. Het ene blok bestond dus uit democratische landen. Deze landen vormen het Westblok. Het andere blok bestond uit communistische landen: het Oostblok.
Opschrijven:
Invloedssfeer = Gebied waar een bepaald land veel invloed heeft. Westblok = Amerika. Oostblok = Sovjet-Unie.
Slide 16 - Tekstslide
Theorie
Na de Tweede Oorlog maakte Stalin van Oost-Europese landen satellietstaten: Hier kwamen communisten in de regering die deden wat Moskou wilden.
Het Westblok vertrouwde de SU steeds minder en al kort na de Tweede Wereldoorlog ontstond er een nieuwe term..
De Koude Oorlog: 'koud', omdat het (net) niet tot een echte 'warme' oorlog kwam.
Slide 17 - Tekstslide
Theorie
Om de opmars van het communisme in te dammen bedacht de Amerikaanse president Truman (opvolger van .. ?) een nieuw uitgangspunt in het Amerikaanse beleid.
Waar ze eerst altijd kozen om niet met andere landen te bemoeien bedacht hij nu de Trumandoctrine. Een plan om overal het communisme tegen te houden, en tegendruk te geven.
In aansluiting hierop werd ook het Marshallplan/Marshallhulp ingevoerd. Iemand enig idee ..?
Slide 18 - Tekstslide
Theorie
Trumandoctrine:
Overal het communisme proberen tegen te houden. Dit kan bijvoorbeeld met geld (Marshallplan), propaganda of militaire kracht (Vietnamoorlog).
Marshallplan:
Economische steun aan door de oorlog getroffen landen. Dit om:
1. Ze bij het communisme weg te houden.
2. De landen economisch sterk te maken voor handel met de VS.
Slide 19 - Tekstslide
Theorie
Trumandoctrine:
Overal het communisme proberen tegen te houden. Dit kan bijvoorbeeld met geld (Marshallplan), propaganda of militaire kracht (Vietnamoorlog).
Marshallplan:
Economische steun aan door de oorlog getroffen landen. Dit om:
1. Ze bij het communisme weg te houden.
2. De landen economisch sterk te maken voor handel met de VS.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Aan de slag
1. Toetsvoorbereiding 9.2 en 7.1 vraag 1 en 2.
2. Maken van een tijdbalk (powerpoint) van alle aantekeningen.
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen nabespreken
Je kunt de ideologische verschillen tussen het Westblok en het Oostblok beschrijven.
Je kunt uitleggen hoe na 1945 de Oost-Europese landen satellietstaten van de SU werden.
Je kunt met voorbeelden toelichten hoe verschillende gebeurtenissen in de periode 1947-1949 spanningen tussen West- en Oost vergrootten