Ik weet wat een piramide en prisma zijn.
Ik weet uit welke vlakke figuren een prisma en piramide bestaan.
Ik kan de uitslag van een piramide herkennen.
Ik kan de uitslag van een prisma herkennen.
Ik kan een driehoek tekenen.
Ik ken de begrippen die horen bij een piramide en prisma.