3.1 Wat is de vraag?

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat is de vraag?

Welkom! 

start hoofdstuk 3

In deze les...

- Onderdelen van een markt

- Prijs en vraag

Leerdoelen

-Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen concrete en abstracte markten.

-Je kunt uitleggen dat de betalingsbereidheid verschillend is bij verschillende prijzen.

-Je kunt de vraaglijn tekenen en de vraagfunctie opstellen.

-Je kunt uitleggen welke factoren invloed hebben op de vraag.

Concrete markt:

- weekmarkt

Abstracte markt:

- Huizenmarkt 

Wat is een voorbeeld van een abstracte markt?

1. Supermarkt
2. Veiling
3. Kerstmarkt
4. Valutamarkt

De vraag naar producten:

Vraag = de hoeveelheid die alle consumenten samen van een product of dienst willen kopen.

Betalingsbereidheid = Het maximale bedrag dat een consument bereidt is om te betalen voor een bepaald product.

Als de prijs van een product daalt, stijgt de betalingsbereidheid

Betalingsbereidheid blijft hoog?

De vraaglijn

De vraaglijn geeft aan hoeveel mensen bereidt zijn om een bepaald bedrag voor een product te betalen.

Wat verstaan we onder de vraag?

Wat is een voorbeeld van een abstracte markt?

1. Een Vakantiebeurs
2. De rommelmarkt
3. De arbeidsmarkt
4. De bloemenveiling

Rekenen met vraaglijn

Qv = -ap + b

Qv= De gevraagde hoeveelheid.

p = De prijs in euro's

a = De mate waarin de gevraagde hoeveelheid veranderd bij verhoging of verlaging van de prijs.

b = De gevraagde hoeveelheid die niet afhankelijk is van de prijs.

Voorbeeld - Wat is de vraag bij p = 10 ?

Qv = -20P + 800

Qv= -20 x 10 + 800

Qv = -200 + 800

Qv = 600

Een modewinkel doet onderzoek naar de markt en ontdekt de volgende vraaglijn bij een T-shirt: Qv = -20P + 800

Wat is de vraag bij €20,-?

1. 400
2. 800
3. 200
4. 0

B uitleg: als het t-shirt gratis zou zijn zal de gevraagde hoeveelheid altijd 800 zijn.

A. Uitleg: zal de prijs met 1 enkele euro stijgen, zal die hoeveelheid al met 20 dalen.

Hier zijn 2 vraagfuncties:
Qv = 15P + 600
Qv = - 0,4P + 50

1. Alleen vraagfunctie 1 is juist
2. Alleen vraagfunctie 2 is juist
3. Beide vraagfuncties zijn juist
4. Beide vraagfuncties zijn onjuist

Hoe teken je een vraaglijn?

Bereken eerst de gevraagde hoeveelheid bij p = 0

Qv = -20p + 800 

Qv = -20x0 + 800 

Qv = 800

Bereken de prijs bij Qv = 0

0 = -20p + 800

- 800 = -20p

p = 40

Teken een Assenstelsel

Qv = -400p + 2000.

1. Wat is Qv als P = 0?
2. Wat is P als Qv = 0?

Qv = -400p + 2000.

1. Wat is Qv als P = 0?

Qv = -400 x 0 + 2000

Qv = 2000

2. Wat is P als Qv = 0?

0 = -400p + 2000

400p = 2000

p = 5

verschuiving van de vraaglijn

Er treedt een verschuiving van de vraaglijn op bij:

- verandering inkomen van de vragers

-  verandering behoeften van vragers 

- Verandering prijs van andere producten

Aan de slag...

Beginnen met 3.1

Zijn er nog vragen over de stof?

De aandelenmarkt is een: ....

1. Abstracte markt, je kan er heen
2. Fysieke markt, je kan er niet naar toe
3. Abstracte markt, je kan er niet naar toe
4. Fysieke markt, je kan er heen

Verschuiving van de vraaglijn is mogelijk door:

1. Stijging van het inkomen
2. De prijs van het product stijgt
3. De prijs van het product daalt
4. De prijs van andere producten stijgt