8.1 Hoe verloren vorsten hun macht? Les 2

8.1 Hoe verloren vorsten hun macht?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

8.1 Hoe verloren vorsten hun macht?

Slide 1 - Tekstslide

Welke 3 standen waren er in de samenleving tijdens de tijd van pruiken en revoluties?

Slide 2 - Open vraag

Nederland is een rechtstaat, dat houdt in dat........
A
Iedereen zich aan alle wetten moet houden
B
Je bij fouten voor de rechtbank moet komen
C
Nederland staat recht op de kaart
D
Nederland een Eerste en Tweede Kamer heeft

Slide 3 - Quizvraag

Je kunt uitleggen wat er tijdens de Franse Revolutie plaatsvond.

Slide 4 - Tekstslide

Je weet wat de gevolgen zijn van de Franse Revolutie.

Slide 5 - Tekstslide

De Franse Revolutie
  • 1789: Franse Revolutie
  •  Voorstanders: Revolutionairen
  • Koning geen macht meer
    - Nationale Vergadering
    - Democratische Revolutie
  • 1792: Koning vlucht
    - Guillotine 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Napoleon
  • Na dood van de koning:
    1. Nog steeds onrust
    2. Veel meningsverschillen

  •  1799: Populaire legergeneraal grijpt de macht: Napoleon
  • 1804: Maakt zichzelf keizer en alleenheerser

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Veranderingen
  • Nieuwe wetten en regels
    -  Adel mag niet zomaar spullen van de boer afpakken
    - Iedereen is gelijk (dus geen standen meer)
    - Scheiding kerk en staat

  • Napoleon zijn ideeën verspreiden naar andere landen
    - Oorlog

Slide 10 - Tekstslide

Wat voor beroep had Napoleon?
A
Generaal
B
Ambtenaar
C
Politicus
D
Vakkenvuller

Slide 11 - Quizvraag

De scheiding tussen kerk en staat is......
A
De kerk mag niet meer geld eisen van de mensen van de staat
B
De staat bepaalt niet meer welk geloof de kerk mag hebben
C
De kerk bemoeit zich niet met de regels van de staat

Slide 12 - Quizvraag

Huiswerk
paragraaf 8.1
Maken tot het einde

Slide 13 - Tekstslide

Wat behandelen we nu?
  • Tijdvak 7: De tijd van pruiken en revoluties.

  • 1700 - 1800.
  • Vroegmoderne tijd.

Slide 14 - Tekstslide

Nederland wordt bestuurd door de koning
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Standensamenleving
  1. Geestelijken (2%)
  2. Adel (3%)
  3. Boeren & Burgers (95%)


Alleen de derde stand betaalt belasting!

Slide 16 - Tekstslide

Nieuwe ideeën
  • Alle mensen zijn gelijk geboren en hebben daarom dezelfde rechten
  • het volk moet meebeslissen
  • er moet een grondwet komen
  • rechtsstaat waarin iedereen zich aan dezelfde regels moet houden

Slide 17 - Tekstslide

Onrust in Frankrijk
De inwoners van Frankrijk waren ongelukkig
- standenmaatschappij
- nieuwe ideeën van de verlichting
- Geldnood door de oorlogen van de Franse koning en de cadeautjes aan zijn vrouw en kinderen
- Hongersnood en stijgende voedselprijzen

Slide 18 - Tekstslide

14 juli 1789

Slide 19 - Tekstslide

Afbeelding
Op het plaatje staat een 'Guillotine'.
Deze moordmachine werd tijdens de Franse Revolutie veel gebruikt!

Slide 20 - Tekstslide