Doel: voor de toets kan ik rekenen met procenten.
Ik weet ik wat een beelddiagram, staafdiagram, lijndiagram en cirkeldiagram, turftabel, histogram, steelbladdiagram, centrummaten zijn en ik kan ermee werken.
M: DT en herhaling, nakijken en verbeteren.
Leren en oefenen voor de toets.