V4, H2 paragraaf 6

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Nakijken opdracht 4

a                  A: BS, B: Aw, C: Df

b                  Voor B: je weet niet of het om een plaats op het noordelijk of zuidelijk halfrond gaat.
c                  A: aride zone, steppe

                     B: tropische zone, savanne

                    C: boreale zone, naaldwoud

Wat is het verband tussen klimaatgebieden en landschapszones?

Tropische zone

Aride zone

Subtropische zone

Boreale zone

Polaire zone

Zee- of gematigd klimaat (Cf)

Toendraklimaat (ET)

Sneeuwklimaat (EF)

Hooggebergteklimaat (EH)

Landklimaat

Middellandse Zeeklimaat (Cs)

Chinaklimaat (Cw)

Steppeklimaat (BS)

Woestijnklimaat (BW)

Tropisch regenwoud (Af)

Savanne (Aw)

Gematigde zone

Huiswerk:

maken opdracht (1), 4, 5 en 6 van bladzijde 38