Het oude regime | 4.4A

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lesdoelen 

• Beschrijf welke drie verschillende standen er leefden in Frankrijk gedurende de 17e eeuw.
• Leg uit wat het verband is tussen de manier van leven en de daarop volgende onvrede.
• Wie werd het symbool voor de onvrede binnen de samenleving in 17e eeuw Frankrijk

Wat is de betekenis van het 'rationalisme"?

Welke drie machten waren er volgens Montesquieu?

Ancien Regime

(het oude bewind)

Het hoofd van de staat is de koning

onder de koningen: Lodewijk XIV, XV EN XVI 

'létat, c'est moi'

Betekenis is letterlijk: 'De staat dat ben ik'

Een uitspraak van Lodewijk XIV. Dit past bij het idee van het absolutisme.

stand 1 = Geestelijkheid 

• Mensen met een functie binnen de katholieke kerk 
• niet allemaal rijk 

• Hoeven geen belasting te betalen!

Wat deden deze mensen?

hielden zich bezig met de 'zielzorg' (begrafenissen/kinderen dopen).

Het werk van deze mensen had dus te maken met het geloof.

Betekend niet dat mensen in de andere standen niet niet geloofden. 

stand 2 = adel 

•  Titels als baron of graaf 
• belangrijkste inkomstenbron was vanuit het land dat zij bezaten
• militaire / administratieve adel 

• Hoeven geen belasting te betalen! 

stand 3 = boeren en burgers (burgerij) 

• Niet bij de eerste of tweede stand is automatisch derde
•  Dokters, kooplieden, boeren

• veel minder rechten maar wel belasting betalen!

Boeren hebben het extra zwaar!

verschillende soorten belasting: 

1. boeren betalen pacht (deel van de oogst) 
2. per persoon belasting 
3. grondbelasting over de grond 
4. gabelle = zoutbelasting 

Klachten! 

• Lodewijk XVI (1788)  en zijn vrouw Marie-Antoinette
• madame Deficit (mevrouw Staatsschuld) 

• onvrede! 

Waarom ontstond er veel onvrede bij het 'gewone volk'?

Aan de slag:

Bijwerken van samenvattingsboekje 

kan ingevuld worden t/m 4.4 

• overleg? buurman/vrouw 
• hulp? boek + lessonups + aantekeningen