Sint Maarten
Een paar weken voor het feest van Sint-Nicolaas is het in België en Nederland feest voor een andere Sint. Op 11 november wordt de sterfdag van de heilige Martinus, bisschop van Tours, gevierd. Je kent hem waarschijnlijk beter als Sint-Maarten. ‘s Avonds gaan groepjes kinderen langs de deuren met lichtjes en zingen liedjes. Ook zijn er in sommige plaatsen optochten en vreugdevuren.
Mantel
Martinus werd geboren in Sabria, Hongarije, in het jaar 316. Toen hij 15 was, ging hij in het leger. Martinus werd bij de ruiterij in Gallië (Frankrijk) geplaatst. Op een dag reed hij op zijn paard bij de stadspoort van Amiens. Daar zag hij een naakte bedelaar die hem om een aalmoes vroeg. Martinus aarzelde niet: hij scheurde zijn mantel in tweeën en gaf de bedelaar de helft ervan. Die nacht zag Martinus Christus voor zich, gekleed in de halve mantel. Hij begreep dat hij iets anders moest gaan doen met zijn leven.
Bisschop
Martinus verliet het leger en werd priester. Hij werkte eerst een
tijd in zijn geboortestreek. Rond 360 vestigde Martinus zich als kluizenaar bij de stad Poitiers in Frankrijk. In 361 stichtte hij er het eerste klooster op Franse bodem. In 371 werd Martinus door het volk tot bisschop van Tours gekozen. Daar stichtte hij omstreeks 375 nog een klooster. Op 11 november 398 stierf Martinus.
Het feest van Sint-Maarten
Op het feest van Sint-Maarten op de avond van 11 november gaan kinderen langs de deuren met lampions. Ze bellen aan en zingen een liedje. De bedoeling is dat de kinderen na het zingen iets krijgen, zoals snoep, geld, of fruit. Als de bewoners niets geven, of net doen of ze niet thuis zijn, dan zingen kinderen in Vlaanderen een liedje.