In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
H6: Warmte
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine
Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie
Welkom Kader 3!
Ga zitten en start met:
Ga verder met de opdrachten.
Jas over je stoel
Slide 2 - Tekstslide
Practicum
Welkom Kader-3
Start met opdracht 2, 4, 6 en 8 van 2,3 Temperatuur
Je hebt straks je laptop nodig START IN:
Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00
Slide 3 - Tekstslide
We gaan starten!
Wachttijd:
stopwatch
00:00
Slide 4 - Tekstslide
§ 6.1 Warmte en temperatuur
§ 6.2 Brandstoffen verbranden
§ 6.3 Warmtetransport
§ 6.4 Isoleren
Slide 5 - Tekstslide
Lesprogramma
Huiswerk controle
Voorkennis/Terugblik
Leerdoelen
Instructie (uitleg)
Afsluiting
Huiswerk
Nabespreking
Slide 6 - Tekstslide
Huiswerkcontrole
Maak opdrachten op de examensite
Slide 7 - Tekstslide
Over welke opgaven van het huiswerk zijn er vragen?
Slide 8 - Woordweb
Terugblik
Je kunt voorbeelden noemen van warmtebronnen die chemische energie verbruiken.
Je kunt berekeningen uitvoeren met de verbrandingswarmte van een brandstof.
Je kunt een reactieschema opstellen voor de volledige verbranding van aardgas.
Je kunt uitleggen waarom je bij gastoestellen voor voldoende luchttoevoer moet zorgen.
Je kunt beschrijven hoe je op een gasbrander de gewenste vlam kunt instellen.
Je kunt de temperatuur omrekenen van graden Celsius (°C) naar kelvin (K), en omgekeerd.
Slide 9 - Tekstslide
6.3 Warmtetransport
Slide 10 - Tekstslide
6.3 Leerdoelen
Je kunt drie vormen van warmtetransport onderscheiden.
Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door geleiding plaatsvindt.
Je kunt voorbeelden geven van goede en van slechte warmtegeleiders.
Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door stroming plaatsvindt.
Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door straling plaatsvindt.
Je kunt uitleggen welke voorwerpen straling goed absorberen en welke niet.
Slide 11 - Tekstslide
Warmtetransport
Verschijnsel dat warmte uit zichzelf beweegt van de plaats met de hoogste temperatuur naar de plaats met de laagste temperatuur.
De warmte wordt van de cv-ketel naar de verschillende kamers in huis vervoerd.
Daarbij kom je verschillende vormen van warmtetransport tegen.
Slide 12 - Tekstslide
Warmtetransport
Warmtetransport kan plaatsvinden door:
door geleiding plaatsvindt.
door stroming plaatsvindt.
door straling plaatsvindt.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe verplaatst warmte zich?
Warmtetransport = Het verplaatsen van warmte
Warmte gaat altijd van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur.
Dit kan op 3 manieren:
Geleiding -> Vaste stoffen
Stroming -> Vloeistoffen + Gassen
Straling -> Zonder tussenstof
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Hoe verplaatst warmte zich?
Geleiding
Vaste stoffen, de stof blijft op zijn plaats (doorgeven).
Stoffen die goed warmte doorgeven: Geleiders
Stoffen die slecht warmte doorgeven: Isolators
Stroming
Vloeistoffen en gassen (zelf brengen)
Warmte gaat omhoog, kou gaat omlaag.
Straling
Geen tussenstof (gooien)
De zon geeft 2 soorten straling: Licht Warmte (infrarood)
Straling
Stroming
Slide 16 - Tekstslide
Warmtetransport
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Absorberen of weerkaatsen
Donkergekleurde voorwerpen absorberen een groot deel van de straling die op ze valt. Daardoor stijgt hun temperatuur.
Lichtgekleurde en glanzende voorwerpen absorberen maar weinig licht en infrarode straling. Ze kaatsen deze straling grotendeels terug. Daarom krijg je het in een wit T-shirt niet zo snel warm.
Slide 23 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak van paragraaf 6.3
opdracht: 5 t/m 11
Je mag samenwerken!
rood = Iedereen is stil
oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen
groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00
Slide 24 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 6.3
5 t/m 11
Je mag samenwerken!
Slide 25 - Tekstslide
Afsluiting: we weten.................
Je kunt drie vormen van warmtetransport onderscheiden.
Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door geleiding plaatsvindt.
Je kunt voorbeelden geven van goede en van slechte warmtegeleiders.
Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door stroming plaatsvindt.
Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door straling plaatsvindt.
Je kunt uitleggen welke voorwerpen straling goed absorberen en welke niet.
Slide 26 - Tekstslide
Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?
Slide 27 - Woordweb
Waar wil je nog extra uitleg over?
Slide 28 - Woordweb
Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan