In deze les zitten 53 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
ARCHITECTUUR
Slide 1 - Tekstslide
Teken een gebouw dat je kent.
Jouw huis of dat van iemand anders, een bekend gebouw uit een ander land, een gebouw in Ter Apel of omgeving; één die jou opvalt of je is bijgebleven.
Probeer het gebouw zo nauwkeurig mogelijk te tekenen aan de hand van jouw herinnering(en).
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
"Architectuur is de kunst en de wetenschap van het ontwerpen van de bebouwde omgeving."
Slide 3 - Tekstslide
Waar moet een architect allemaal aan denken tijdens het ontwerpen van een gebouw?
Schoonheid / esthetiek
Bruikbaarheid / functie
Veiligheidseisen
Stedelijk landschap: past (goed) in de omgeving
Slide 4 - Tekstslide
Elk gebouw, elke straat: bij alles dat je om je heen ziet, is nagedacht.
Waar moet een architect allemaal over nadenken tijdens het ontwerpen van een gebouw?
Slide 5 - Tekstslide
Werken als een
ARCHITECT
Slide 6 - Tekstslide
KENMERKEN
FUNCTIE voor wie ontwerp je het gebouw
VORM organisch (uit de natuur) of geometrisch uit de wiskunde)
LOCATIE waar komt het gebouw te staan (bos, strand, onder de zee, planeet, stad etc)
Slide 7 - Tekstslide
Wat leer je?
Ik weet wat het beroep van een architect inhoudt.
Ik kan een moodboard maken.
Ik kan door middel van één- of tweepuntperspectief mijn idee ruimtelijk tekenen.
Ik kan een maquette maken.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
VORM (hoe)
De stijl van bouwen. De architect maakt keuzes in het materiaalgebruik, de constructie, de kleur, de grootte van het gebouw, enz.
Denk aan: stijl, materiaal, constructie, grootte, licht, kleur, ruimte en omgeving.
Slide 12 - Tekstslide
INHOUD (wat)
UITSTRALING
Wat is de uitstraling van het gebouw en waarom?
Is het voor decoratie of amusement, drukt het bepaalde gevoelens uit, is het symbolisch of religieus?
Wat laat de architect met het gebouw zien?
Slide 13 - Tekstslide
INHOUD: wat laat de architect met het gebouw zien?
Bijvoorbeeld:
Om de functie van het gebouw te laten zien.
Een herkenningspunt omdat veel gebouwen met dezelfde functie er zo uitzien.
Een reactie op de omgeving of het gebouw wat er eerder stond.
Of juist iets aparts om de aandacht te trekken.
Slide 14 - Tekstslide
Bibliotheek van de Technische Universiteit in Delft, 1977
Welke vormen herken jij in de bibliotheek?
Schrijf er zoveel mogelijk op.
Zijn het vooral geometrische of organische vormen?
Wat vind jij belangrijke functies of eigenschappen van een bibliotheek?
Zie jij dit terug in het ontwerp van de universiteitsbibliotheek in Delft?
Zie je ze ook terug in de bibliotheek bij jou in de buurt?
Slide 15 - Tekstslide
Gebouw A van Radio Kootwijk, 1923
Radio Kootwijk heeft een belangrijke rol gespeeld in de Nederlandse geschiedenis. Welke functies heeft het gebouw allemaal gehad volgens de video?
De architect van Radio Kootwijk heeft zich onder andere laten inspireren door de sfinx uit de Egyptische mythologie. Zoek op internet afbeeldingen van de Sfinx van Gizeh en vergelijk deze met Radio Kootwijk. Welke overeenkomsten kun jij vinden in vorm en omgeving?
Slide 16 - Tekstslide
Benthem Crouwel Architekten, MVSA Meyer en Van Schooten Architecten & West 8, Centraal station, Rotterdam, 2014
De architect bespreekt in de video zijn visie. Wat wil hij met de nieuwe vormgeving bereiken en is dat volgens jou gelukt? Leg je antwoord uit.
Slide 17 - Tekstslide
Ieder groepje krijgt één woning die te koop staat.
Elke woning hoort bij andere architectuurstroming.
Uitvoeren: maken van een maquette, exterieur en interieur.
Kamer in een- of tweepuntperspectief tekenen.
Slide 37 - Tekstslide
Stap 1: Onderzoek/verkennen
Verzamel tenminste 10 afbeeldingen van bijzondere gebouwen/huizen.
Maak een beschrijving van wat je ziet. Welke vormen, welke kleuren, welke materialen, wat is opvallend, wat vind jij ervan en waarom?
Je doet dit in verhaalvorm. Hoe meer tekst, hoe beter jij kijkt!
Slide 38 - Tekstslide
Stap 2: Brainstormen
Maak viertallen.
Kies uit de lijst een beroemdheid waarvoor je een speciaal huis gaat ontwerpen en maken.
Maak een woordspin over deze persoon: wat zijn de interesses van deze persoon? Favoriete kleur? Favoriete stijl?
Slide 39 - Tekstslide
Stap 2:
Slide 40 - Tekstslide
Stap 3:
Slide 41 - Tekstslide
Stap 3: Ontwerpschetsen
Maak minimaal ELK 3 ontwerpschetsen van de droomwoning van je KLANT (persoon die je gekozen hebt).
Laat de schetsen aan elkaar zien, overleg welke het beste is om uit te voeren.
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Tekstslide
Stap 4:
Slide 44 - Tekstslide
Stap 4: Interieur
- Maak een moodboard voor een kamer in je huis.
- Laat hierin zien wat voor soort ruimte jullie gekozen hebben, welke stijl, sfeer, kleur, materiaal, vormen.
- Maak een plattegrond met meubels, deuren, ramen, vloerkleden, of wat dan ook maar...
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Tekstslide
inspiratie plaatjes
Slide 48 - Tekstslide
tip: maak het niet te moeilijk voor jezelf.
het gaat vooral om de vorm van het huis (is het huis vierkant? is het huis rond? heeft het een puntdak of heeft het een plat dak? heeft het meerdere verdiepingen? laat dat zien
Je hoeft niet alle ramen en deurtjes tot in detail uit te werken.
Slide 49 - Tekstslide
technieken karton/foambord
om rechte vormen te krijgen kun je het karton het beste snijden langs een liniaal
Slide 50 - Tekstslide
technieken karton
voor ronde vormen kan je het karton het beste knippen
Slide 51 - Tekstslide
lijmen
inkeping: in elkaar schuiven
verbindingen
Slide 52 - Tekstslide
Wat lever je in aan het eind?
Woordspin + vragenlijst (1 punt)
3 schetsen van de buitenkant (exterieur) (3 punten)