VP LE04 Les 3

VP LE04 Les 3
Casus Petra
Casus Jannes

LESSONUP

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

VP LE04 Les 3
Casus Petra
Casus Jannes

LESSONUP

Slide 1 - Tekstslide

Casus Petra(68jr)
Casus Jannes (57jr)


  • Reumatoïde Artritis
  • Osteoporose
  • gebroken heup
  • decubituswond heup
  • Ernstige maagklachten (NSAID's)


  • Downsyndroom
  • Ziekte van Hirschprung
  • Stoma

Slide 2 - Tekstslide

Casus Petra
Reumatoïde Artritus is de meest voorkomende vorm van Reuma en is een chronische auto-immuun ziekte.  

Het is een ontstekingsproces in de gewrichten. Het slijmvlies dat de gewrichtsholten bekleed, het synovium,  raakt namelijk ontstoken. Kenmerkend daarbij is dagelijks pijn, stijfheid en beperkte mobiliteit.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

De belangrijkste klachten bij reuma zijn?
A
Koorts, pijn en vermoeidheid
B
Pijn, stijfheid en vermoeidheid
C
Pijn, vermoeidheid en slapeloosheid

Slide 6 - Quizvraag

Is reuma erfelijk?
A
Ja, reuma is altijd erfelijk
B
Alleen als je reuma krijgt op jonge leeftijd
C
Nee, het heeft niets met erfelijkheid te maken
D
Sommige reumatische aandoeningen wel en andere niet

Slide 7 - Quizvraag

Osteoporose
  • Osteoporose wil zeggen poreus bot ofwel zwak bot (zwakker dan het gemiddelde). Er wordt ook wel gesproken over botontkalking (die term is niet helemaal correct is). de botmassa neemt af, de structuur verandert, het bot wordt minder sterk. 

Slide 8 - Tekstslide

Osteoporose

Slide 9 - Tekstslide

Casus Jannes
 Downsyndroom -> extra chromosoom (trisomie) 21. 
matige verstandelijke beperking (bij 62%)
in meer of mindere mate een lichamelijke beperking





Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Casus Jannes
Ziekte van Hirschprung 
Is een aangeboren afwijking van de dikke darm. Door het ontbreken zenuwcellen (ganglioncellen) in een gedeelte van de wand van de dikke darm, is er geen peristaltiek in dit gedeelte van de darm.
 In de dikke darm wordt de voedselbrij ingedikt en richting de anus getransporteerd. Door het ontbreken van zenuwcellen in de dikke darmwand beweegt de darm niet goed. Hierdoor ontstaat (bij de ziekte van Hirschsprung) ernstige verstopping (obstipatie).



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Je ziet hiernaast een
.......... stoma
A
Colostoma
B
Ileostoma
C
Dunne darm stoma
D
Dikke darm stoma

Slide 14 - Quizvraag

Onder het irrigeren van een stoma wordt het spoelen van de darm verstaan.
A
Na het spoelen van de darm is de zorgvrager ongeveer 24 uur vrij van ontlasting.
B
Het spoelen van de darmen duurt ongeveer een uur.
C
Bij het spoelen van de darmen wordt twee keer een halve liter water in de darmen gebracht.
D
Alleen zorgvragers met een ileostoma kunnen hun darmen spoelen.

Slide 15 - Quizvraag

Bij het verzorgen van een stoma moet je goed letten op huidirritaties.

Welke beweringen is NIET juist?
A
Geïrriteerde huid rondom een stoma smeer je in met zinkzalf voordat je een nieuw opvangzakje aanbrengt.
B
Barrièrecrème houdt de huid soepel, stoot vocht af en gaat de negatieve inwerking van ontlasting op de huid tegen.
C
Knip de opening in de huidplaat goed passend om lekkages te voorkomen. De doorsnede van de opening is één tot twee millimeter groter dan de stoma.
D
Voor het opvullen van plooien kun je huidbeschermende pasta of een opvulring gebruiken.

Slide 16 - Quizvraag

Huiswerk

Je maakt alle opdrachten bij de theorie uit de thema’s. De opdrachten met een * beantwoord je met steekwoorden. Werk 1 praktijksituatie naar keuze uit. De “themaopdrachten” maak je niet. Wél de “test jezelf”)

VVT 2: Thema 2: oudere zorgvragers met aandoeningen aan het spijsverteringskanaal 

Slide 17 - Tekstslide