In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
§6 De toekomst: een participatiesamenleving?
(foto: Utrecht, 2020)
Slide 1 - Tekstslide
Vraag/stelling van de week
Noteer steeds deze stelling/vraag (onderdeel van PO)
6. "Globalisering is een verrijking."
Slide 2 - Tekstslide
Lesopbouw
H3 Verzorgingsstaat §6 De toekomst vd verzorgingsstaat
Actualiteit
Terugblik
De participatiesamenleving
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
§6 De toekomst: een participatiesamenleving?
Participatiesamenleving (definitie, motivatie, voor- en nadelen).
Je kunt met behulp van de reguleringsmechanismen uitleggen wat er wordt bedoeld met de participatiesamenleving en een standpunt innemen over de gewenste toekomst van de verzorgingsstaat.
Slide 4 - Tekstslide
Nogmaals:
Drie uur IM in de week
1 uur klassikaal (nieuw rooster! dus instructie volgt)
1 uur in een halve groep op school
1 uur zelfstandig werken (opdrachten maken = oefenen!)
Opdrachten niet maken = niet voldoen aan lesverplichting (= stempel inleveren)
Slide 5 - Tekstslide
Actualiteit
Actualiteit
Slide 6 - Tekstslide
Even terughalen...: Wat zijn de vier functies van de verzorgingsstaat?
timer
0:45
Slide 7 - Open vraag
Solidariteit
Slide 8 - Tekstslide
Welke functie is het meest van toepassing op het nieuwsbericht?
A
Verzorgen
B
Verzekeren
C
Verbinden
D
Verheffen
Slide 9 - Quizvraag
financiële compensatie
Slide 10 - Tekstslide
Welke functie is hier van toepassing?
A
Verzorgen
B
Verzekeren
C
Verbinden
D
Verheffen
Slide 11 - Quizvraag
Gelijke kansen?
(Bron: De Correspondent, 6 mei 2020)
Slide 12 - Tekstslide
Welke functie is hier van toepassing?
A
Verzorgen
B
Verzekeren
C
Verbinden
D
Verheffen
Slide 13 - Quizvraag
Participatiesamenleving
Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving
Troonrede 2013
2 fragmenten >>>>
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Leg in eigen woorden (kort) uit wat de participatiesamenleving inhoudt.
timer
0:45
Slide 17 - Open vraag
De nadruk op participatie betekent een verschuiving:
A
van markt naar overheid
B
van markt naar particulier initiatief
C
van overheid naar particulier initiatief
D
van overheid naar markt
Slide 18 - Quizvraag
De participatiesamenleving werd geïntroduceerd in 2013: kabinet Rutte II. Welke kenmerken van het liberalisme herken je in de toelichting van de Koning?
timer
1:00
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Video
03:09
Waarom vindt deze man het goed dat de participatiesamenleving in de plaats komt van de verzorgingsstaat?
Slide 21 - Open vraag
04:04
Wat is 'een bestaansminimum' ook alweer (§3)?
timer
0:45
Slide 22 - Open vraag
Wat is jouw mening over de participatiesamenleving?
Wat vind jij van het idee van de participatiesamenleving?
timer
1:00
Slide 24 - Open vraag
De toekomst van de verzorgingsstaat?
Slide 25 - Tekstslide
Wat zegt de cartoonist?
Slide 26 - Open vraag
Afsluiting Verzorgingsstaat
Wie moet er helpen (overheid, markt, particulier initiatief)?
Functies van de verzorgingsstaat
Wat is echt noodzakelijk (bestaansminimum)?
Belang van het onderwijs
Zo kan het ook: internationale vergelijking
Is er toekomst voor de verzorgingsstaat?
Slide 27 - Tekstslide
Als afsluiting: Op welk mechanisme van de welfare triangle (overheid, markt, particulier initiatief) zou de nadruk volgens jou moeten liggen in Nederland? Leg kort uit waarom.
timer
2:00
Slide 28 - Open vraag
Thuisles deze week
Maak van H3§6 (“De toekomst: een participatiesamenleving?”)
Toepassen 7 t/m 11
Slide 29 - Tekstslide
§6 De toekomst: een participatiesamenleving?
Participatiesamenleving (definitie, motivatie, voor- en nadelen).
Je kunt met behulp van de reguleringsmechanismen uitleggen wat er wordt bedoeld met de participatiesamenleving en een standpunt innemen over de gewenste toekomst van de verzorgingsstaat.
Slide 30 - Tekstslide
Vraag/stelling van de week
Noteer steeds deze stelling/vraag (onderdeel van PO)