In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Spelling Engelse werkwoorden
2VWO
Spelling - hoofdstuk 2
Slide 1 - Tekstslide
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen. We vervoegen deze werkwoorden net als Nederlandse werkwoorden.
Slide 2 - Tekstslide
Zo spel je Engelse werkwoorden
De ik-vorm van een Engels werkwoord maak je door -en van het werkwoord af te halen (relaxen – relax; e-mailen – e-mail). Soms moet je alleen een -n verwijderen: racen – race; timen – time.
Slide 3 - Tekstslide
Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijven we een enkele medeklinker (basketballen – basketbal), tenzij dit een andere uitspraak veroorzaakt (paintballen – paintball).
Engelse werkwoorden vervoeg je net als Nederlandse zwakke werkwoorden.
In de tegenwoordige tijd enkelvoud schrijf je ik-vorm of ik-vorm + t.
Slide 4 - Tekstslide
In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je ‘t (e) x - f (o) k s ch (aa) p. Het gaat daarbij om de klank van de letter voor de uitgang -en:
– mixen, ik mix, hij mixt, ik mixte, ik heb gemixt
– gamen, ik game, hij gamet, ik gamede, ik heb gegamed
– crowdfunden, ik crowdfund, hij crowdfundt, ik crowdfundde, wij hebben gecrowdfund
Slide 5 - Tekstslide
Tot vorige week (carpoolen) Frits met zijn collega Mirte.
Slide 6 - Open vraag
Onze nieuwe buurvrouw (joggen) elke morgen van 7 tot 8 uur.
Slide 7 - Open vraag
Suus (zappen) bij elke reclame naar een andere zender.
Slide 8 - Open vraag
Helaas (boycotten) een van de kandidaten gisteren de opdracht.
Slide 9 - Open vraag
Tegenwoordig (faxen) men eigenlijk nog nauwelijks.
Slide 10 - Open vraag
Stiekem (downloaden) Danny jarenlang misdaadfilms.
Slide 11 - Open vraag
Kijk nu op de planning van de digitale methode en maak de opdrachten die ik klaar heb gezet.