M4D September 20th chapter 1 ( 7 )

• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Welcome class M4D

Welcome 

class V2A

Today's programme 

1.  Repeat past simple / present perfect

2. maken + nakijken extra stencil + oefenstencil

3. (af)maken in Learnbeat: Grammar C

4. (af)maken in Learnbeat: Reading A en D

Past simple-Present Perfect

              Past simple. ( o.v.t.)

Hoe:

regelmatige werkwoorden:

      stam + ed.  walk - walked

onregelmatige werkwoorden

      2e rijtje. see - saw- seen

wanneer: iets is in het verleden gebeurd en nu afgelopen.

Yesterday, in 1990, last week etc

                 Present perfect ( v.t.t)

Hoe : have/has + voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord:

regelmatige werkwoorden :stam+ed

onregelmatige wwn: 3e rijtje  see- saw'-seen

Wanneer: 

1. iets is in het verleden begonnen 

    en nog steeds aan de gang

2. ervaringen

3. zinnen waarin het resultaat belangrijk is.

since, for, how long, already, never, yet etc

Ezelsbruggetje!

herkenningswoorden voor de present perfect: fyne jas

f - for

y - yet

n - never

e - ever

j - just

a - already/ always

s - since

Ik twijfel nog...

1. Is het op dit moment nog aan de gang? 

   Ja = present perfect                                Nee = volgende vraag

2. Gaat het over ervaringen tot nu toe?

    Ja = present perfect                               Nee = volgende vraag

3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar?

    Ja = present perfect                               Nee = past simple

Hoe maak je de Present Perfect?

1. 'to be' + ww met -ing
2. 'to be' + voltooid deelwoord
3. have/has + ww met -ing
4. have/has + voltooid deelwoord

Present Perfect of Past Simple?
"Iets is in het verleden begonnen en afgelopen."

1. present perfect
2. past simple

Present Perfect of Past Simple?
"Iets is in het verleden begonnen en nog steeds bezig."

1. present perfect
2. past simple

Present Perfect of Past Simple?
'I played football yesterday.'

1. present perfect
2. past simple

Present Perfect of Past Simple?
"I have played football since I was 10."

1. present perfect
2. past simple

Past simple / present perfect
I ............. ( break) my leg, now I can't walk anymore.

1. breaked
2. broke
3. have breaked
4. have broken

Past simple / present perfect
When I was a child I ...............(read) a lot of comics.

1. read
2. readed
3. have read
4. have readed

study: vocabulary 1-4, grammar present simple/present continuous, past simple/past continuous, present perfect/past perfect.