H10 §10.2 Rekenen met de vuistregels

Binnen is beginnen!
1. Jas + telefoon in de kluis.
2. Spullen op tafel (Deel 2, schrift, GRM, schrijfgerei).
3. Alvast beginnen met... 
timer
10:00
chocolademelk
drinkautomaat.
chocolademelk
choco
choco
choco
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Binnen is beginnen!
1. Jas + telefoon in de kluis.
2. Spullen op tafel (Deel 2, schrift, GRM, schrijfgerei).
3. Alvast beginnen met... 
timer
10:00
chocolademelk
drinkautomaat.
chocolademelk
choco
choco
choco

Slide 1 - Tekstslide

Lever je uitwerking in.

Slide 2 - Open vraag

Wat is de eerste vuistregel?
A
Ongeveer 34% van de data ligt tussen μ-σ en μ+σ.
B
Meten is weten!
C
Ongeveer 68% van de data ligt tussen μ-σ en μ+σ.
D
Ongeveer 95% van de data ligt tussen μ-σ en μ+σ

Slide 3 - Quizvraag

Hoe kun je controleren of een variabele normaal verdeeld is?
A
door te controleren of de staafdiagram klokvormig is
B
als de variabele kwalitatief is
C
als de grafiek recht evenredig is
D
door te controleren of de 1e en 2e vuistregel kloppen

Slide 4 - Quizvraag


H10 Verdelingen

5HAVO wiskunde A

Slide 5 - Tekstslide

Deze periode 
H10 Verdelingen
H13 Conclusie uit data
H14 Formules herleiden

Toetsweek
PTA H10, H13, H14 (weging 35%)
120 minuten

Slide 6 - Tekstslide

Deze les 

Opstart                                                                                          15 min
Uitleg Normale verdeling                                                       5 min
Aan de slag                                                                                25 min
Afsluiting                                                                                      5 min

Slide 7 - Tekstslide

Planning lesstof - havo 1
H9 Lineaire en exponentiële formules 
Paragraaf
Wat ga je leren?
§10.1 Normale verdeling
Hoe je een deel van een hoveelheid berekent.
Hoe je breuken met elkaar vermenigvuldigt.
Wat absolute en relatieve gegevens zijn.
Hoe je getallen afrondt.
§
Hoe je met tijd, afstand en snelheid rekent.
§12.5 Grote en kleine getallen
Wat de standaardvorm ofwel de wetenschappelijke notatie is.

Slide 8 - Tekstslide

10.2 Rekenen met de vuistregels
- Ik kan met de vuistregels van een normale verdeling rekenen.

Slide 9 - Tekstslide

.

          Standaard: Maak 8 t/m 11
          Creatief: Bedenk zelf opdr.
          Uitdaging:Examenopgave 
      Zie planner of teams
      25 min
      Klaar? Vraag om een post-it
      Ma 25 nov. 2024: Hw af!


      
             Vraag/theorie nog eens lezen   

             Vraag je team om hulp
          
              Vraag de docent om hulp



Aan de slag
Heb je vragen?
1
timer
25:00
fluisteren
2
3

Slide 10 - Tekstslide

Maandag 24 november - 
§10.2 opdracht 8 t/m 11 af!


Slide 11 - Tekstslide

Je leert 
...wat je goed hebt gedaan en wat beter kan door je huiswerk na te kijken.

Kijk de opdrachten van week 2 na.

Klaar? 
Bekijk week(taak)3 en ga aan de slag. 
Nakijken + huiswerkcheck
In stilte
/
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Extra ondersteuning
slides

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Is een variabele normaal verdeeld?
  1. Is de bijbehorende (staaf)diagram klokvormig?
  2. Voldoet de variabele aan de 1e vuistregel?
  3. Voldoet de variabele aan de 2e vuistregel?

Driemaal ja, dan kun je uitgaan van een normale verdeling!
Bij één nee kun je meteen stoppen. 

Slide 15 - Tekstslide

Is het diagram van opgave 2 klokvormig?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

De percentages van de vuistregels kunnen bij bv opgave 2 wel wat afwijken van 68%, 95%. 
Je moet hier aantallen aflezen en daarbij kun je afleesfouten maken.

Slide 17 - Tekstslide

huiswerk voor de volgende les:
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
- Ik kan bij een frequentieverdeling de centrummaten (gemiddelde, modus en mediaan) berekenen.
- Ik kan bij een frequentieverdeling de spreidingsmaten (spreidingsbreedte, kwartielafstand en standaardafwijking) bepalen.
- Ik kan de eigenschappen van een normaal verdeling benoemen.
- Ik kan de drie vuistregels van de normaal verdeling benoemen.

Maak hiervoor wat je nodig hebt van de voorkennis en opgave 2, 3, 4 en 5 (kijk je hw ook na!)

Slide 18 - Tekstslide

Normaal verdeling

Slide 19 - Tekstslide

Vuistregels normaalverdeling

Slide 20 - Tekstslide

Opgave 7 samen.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een kwantitatieve variabele?
A
Een variabele die getallen als waarde heeft en iets meet of telt, zoals lengte, gewicht of leeftijd.
B
Een variabele die groepen of soorten aangeeft, zoals favoriete kleur of type auto.
C
Een variabele die alleen een vast aantal keuzes heeft, zoals "man" of "vrouw".
D
Een variabele die alleen omschrijft wat iets is, zonder getallen te gebruiken.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een populatie?
A
Een kleine groep uit een grotere groep die je onderzoekt.
B
Een lijst met vragen die je stelt aan een groep mensen.
C
Het aantal mensen dat in een stad of land woont.
D
De hele groep mensen, dieren of dingen waar je onderzoek naar doet.

Slide 23 - Quizvraag

Welk symbool gebruiken we voor het gemiddelde?
A
π
B
σ
C
μ
D
δ

Slide 24 - Quizvraag

Welk symbool gebruiken we voor het gemiddelde?
A
π
B
σ
C
μ
D
δ

Slide 25 - Quizvraag

Andere begrippen die je moet kennen:
Populatie
Statistische variabele (kwantitatief/kwalitatief)
      Kwartiel  
      (sigma = standaardafwijking)
      (mu = gemiddelde)

Q
σ
μ

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide