Het Stadse Leven

Chapter 7
7.3 City life
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Chapter 7
7.3 City life

Slide 1 - Tekstslide

7.3.1
Who controlled the medieval city?

Slide 2 - Tekstslide

Time of Cities and States (1000-1500)
You see a city gate in white. If you entered a city in the Middle Ages, you had to go through the city gate. In many cities a tall and beautifully decorated church was built. In the background you can see the inside of such a church.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 3 - Tekstslide

Typical Aspects
  • the rise and spread of Islam
  • the revival of trade and craft leading to a renewed urban-agrarian society
  • the rise of the medieval burgher|bourgeoisie and increasingly independent cities
  • the formation of states and the start of Centralisation
  • the expansion of the Christian world through crusades

Slide 4 - Tekstslide

At the end of this lesson...
  • You can explain how a city was governed during the Middle Ages.
  • You can explain why cities became less dependent on the nobility.

Slide 5 - Tekstslide


Happy with the city!

  • All inhabitants of a domain (manor) had to be obedient to the lord.
  • Also the inhabitants of cities (burghers), but they preferred to be their own boss
  • The lord did not mind a powerful and rich city at all: all that wealth!
  • The burghers and lord make agreements, recorded in city rights. The burghers didn't want to be treated as serfs. That is why they have special privileges
The city of Dordrecht received city rights in 1220 from Count Willem I of Holland. This makes it one of the oldest cities in the Netherlands
City rights= The right of cities to govern themselves
Privileges= Special rights or benefits only granted to specific people or groups in society

Slide 6 - Tekstslide


City rights
  • A city with city rights may build a city wall
  • The city may administer justice itself, but an official (the schout) of the lord must be present and part of the fines (=boetes) are for the city.

  • The inhabitants of a city were free burghers (not owned by the lord)
  • In exchange for these rights, the city must pay taxes
Schout= Head of municipal (=of the town) government in the Middle Ages

Slide 7 - Tekstslide


Who is the boss?
  • The schout is the substitute of the lord in the city when it comes to justice.
  • He decided on the punishment together with the Schepenen
  • They got advice from a council.
  • The burgomaster (sometimes more than one) was the boss of this council.
  • Schout, schepenen and burgomaster(s) are also called: magistrates
Schepenen= Government official in a medieval town

Slide 8 - Tekstslide


Punishment in the middle ages
  • Certainly: corporal punishment and the death penalty did occur...
  • ...but most punishments were fines!
  • They gave more and cost less money: after all, the city had to pay the executioner! 

Slide 9 - Tekstslide

Klik op de hotspots en sleep de straffen en de gezegden naar de juiste plek in de afbeelding.
Een gruwelijk goede opdracht!
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden
"Iemand de ogen uitsteken."
"Hij voelt zich geradbraakt."
"Ik maak hem een kopje kleiner."
" Zij werd op de pijnbank gelegd."
"Ze legden hem het vuur aan de schenen."
"Dat doet hem de das om."

Slide 10 - Sleepvraag

7.3.2
What does a medieval city look like?

Slide 11 - Tekstslide

Waterpoort. Deze poort wordt vooral gebruikt door mensen die via het water de stad willen bereiken. Deze poort is minder verdedigt en wordt in tijdens van nood gebarricadeerd met houten balken. 
Noorderpoort
De stadspoort aan het noorden van de stad. Belangrijkste poort, die afgesloten kan worden in tijden van aanval.
Zuiderpoort. De poort aan de zuidzijde van de stad. Is vooral toegankelijk voor voetgangers, minder voor karren. De poort kan afgesloten worden tijdens een aanval. 
Kathedraal
Deze grote kerk is de grootste kerk in de omgeving. De bisschop van het gebied zeteld hier dan ook. De stedelingen hebben lang, bijna 300 jaar gebouwd aan hun kerk. De kerk is het middelpunt van het sociale leven in de stad. Iedereen, arm en rijk, komt hier bijeen voor de diensten. 
Marktplein
Het centrale plein als het gaat om handel en middel van bestaan. Hier verdienen de meeste stedelingen hun brood... en kopen het. Op het plein staan kraampjes van boeren en om het plein de werkplaatsen van de ambachtslieden. 
Waterput
Het belangrijkste waterpunt in de stad. Hieruit kun je water halen voor al gebruik. 
Stadhuis
Hier zeteld het bestuur van de stad: de schout en schepenen. Maar de rechtbank en de cellen voor misdadigers vind je hier. Alles wat met betuur en rechtspraak te maken heeft onder een dak. 
Gasthuis.
Een soort kruising tussen een armneopvang en een ziekenhuis. Betaald door de rijken, gerund door de geestelijkheid en voor de armen. Zij kunnen hier hulp krijgen: voeding, onderdak, gezondheidszorg. 
Koopmanshuizen met grote binnentuin
De koopmanshuizen zijn veruit de grootste huizen in de stad. Vaak van duurder en doorzamer materiaal gemaakt (bv. steen). De koopmans-huizen fungeren vaak als pakhuis en (luxe) woonhuis. 
Vleesmarkt
Kleinere markt, waar vleesproducten werden veerkocht. De werkplaatsen van de vleeshouwers staan om de markt heen. 
Botermarkt
Kleine markt waar zuivelproducten werden verkocht. 
Vismarkt
Kleine markt waar vis door vissers werd verkocht.
Taks.
Een tolhuis. Aan iedere vreemdeling die de stad binnenkwam werd een bijdrage gevraagd
Smidstraat.
Hier hebben de smeden zich verzameld. Zij hebben hier hun werkplaatsen, met meestal hun huizen daaraan vast. 
Beestenmarkt
Kleine markt waarbij (meestal kleine) dieren werden verhandeld
Abdij / klooster
Binnen de stad ligt ook vaak een klooster. Hier leven monniken of nonnen hun eigen leven. Zij hebben wel vaak belangrijke publieke functies in de stad: leraar, verpoleegster, schrijver, etc.
Houtstraat
Aan deze straat wonen en werken ambastlieden die hout hun middel van bestaan hebben gemaakt. 
Binnenboeren
Dit zijn boeren die ook poorters zijn: zij zijn boeren binnen de stadsmuren. Vaak kleine bedrijfjes met maar weinig dieren. Maar zeer belangrijk in tijd van beleg, om de stad te beschermen voor uithongering
Rivier.
Belangrijke bron van water: drinkwater, waswater, bluswater, urinoir, etc.
Schavot
Publiekelijke schandplaats voor misdadigers. Meestal is het een standaard met een plank op een verhoging. Tussen die plank wordt iemand een bepaalde periode neergezet. Het staat niet fijn, maar het is vooral een plek waar iedereen je kan zien als misdadiger. 
Herberg
Een soort hotel/restaurant van de middeleeuwen. Het is een groot gebouw (meestal met stal), waar vreemdelingen kunnen overnachten, eten en rusten. Maar in de kamers kan natuurlijk meer...
Waag.
Hier worden goederen gewogen voor de verkoop. Omdat er maar een officieel punt van wegen is, is dat voor iedereen gelijk, 
Wisselbeurs
Bankgebouw, waar je verzekeringen kunt afsluiten. Je kunt er de wisselbrief inruilen. Je kunt er geld in bewaring geven. 
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt: iemand die binnen de poorten van een stad woont.
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond. 
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
timer
3:00
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.

Slide 13 - Tekstslide

7.3.3
What was life like in a medieval town?

Slide 14 - Tekstslide


Being part of a guild
  • Because the harvest is increasing, not everyone has to be a farmer anymore: other professions are emerging: crafts
  • People who do the same craft are in a guild.
  • The guild also checked the quality of the products and set the selling price.
  • In the event of illness and death, the family received help from the guild.

Most guilds had a beautiful guild hall. In addition to meetings, parties were also held here. All life revolved around the guild.
Examples of crafts in a medieval city:
- blacksmith
- Baker
- carpenter
- cabinet maker
- brewer
- tailor

Slide 15 - Tekstslide

From apprentice to master
  • You are only allowed to have your own company if you are a member of a guild.

  • For this you must first become a master:
  1. You started young as an apprentice;
  2. Afterwards you became a journeyman;
  3. And only once you had completed  your masterpiece could you become a master. You were often well over 30 years old!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 16 - Tekstslide







An example of a masterpiece

To become a master, a gate had to be built.

Slide 17 - Tekstslide


The plague in Europe
  • In 1347 the plague arrived in Europe: via Crimea to Italy
  • Through trade the disease spread rapidly. 
  • The dirt and vermin in the medieval cities also contributed to the great plague epidemic from 1347 to 1351
  • Ultimately, 1/3 of the European population dies, approximately 20 million people.
The plague through the eyes of painter Pieter Brueghel the Elder (1562). For many people, this is how the plague must have been experienced: dead people everywhere and entire cities abandoned.

Slide 18 - Tekstslide

De verspreiding van de pest tussen 1347-1351
1347
middle of 1348
start of 1349
end of 1349
1350
1351
Small outbreak of the plague

Slide 19 - Tekstslide

1

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Homework
Make 7.3

Slide 23 - Tekstslide