H1.4 Globalisering verandert het wereldsysteem 2hv

1.4 Globalisering verandert het wereldsysteem
Planning:
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg 1.4 Globalisering
  • Maken 1.3 atlasopdrachten 2, 4, 5
  • K&K

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1.4 Globalisering verandert het wereldsysteem
Planning:
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg 1.4 Globalisering
  • Maken 1.3 atlasopdrachten 2, 4, 5
  • K&K

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Weten wat globalisering is.
  2. Voorbeelden van globalisering kunnen noemen
  3. weten welke verschillende producten er zijn en er voorbeelden van noemen.
  4. weten wat bedoeld wordt met wereldsysteem.
  5. Uitleggen hoe het wereldsysteem verandert.

Slide 2 - Tekstslide

Globalisering=
Het steeds meer internationaal uitwisselen van geld, goederen, mensen en ideeën

Of: Proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden worden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Globalisering

Slide 5 - Woordweb

Globalisering is het uitwisselen van...
A
Geld
B
Goederen
C
Mensen
D
Informatie

Slide 6 - Quizvraag

Globalisering zorgt voor steeds meer onderlinge contacten
A
ja
B
nee
C
in rijke landen
D
in arme landen

Slide 7 - Quizvraag

Door globalisering kunnen wij iPhones, Samsungs, Sony's en Huawei's kopen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

De volgende zinnen gaan over globalisering. Welke is juist?
A
Door globalisering wordt de handel met het buitenland steeds lastiger.
B
Internet heeft het proces van globalisering versneld.
C
Nu we te maken hebben met globalisering wordt de hele wereld een vrijhandelszone.
D
Steeds minder producten of ingrediënten komen uit het buitenland.

Slide 9 - Quizvraag

Globalisering heeft ook nadelen. Meer antwoorden mogelijk
A
Prijzen gaan omlaag
B
Prijzen gaan omhoog
C
Meer werkloosheid mogelijk
D
Welzijn wordt vergeten

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het gevolg van globalisering?
A
Werkloosheid in Amerika
B
44 mln amerikanen leven onder armoedegrens
C
Laaggeschoold werk verdwijnt uit Amerika

Slide 11 - Quizvraag

Soorten producten
  1. Grondstoffen: deze komen uit de primaire sector. Zijn de basis van alle producten.
  2. Half-fabrikaten: bewerkte grondstoffen of onderdelen voor een eindproduct.
  3. Eindproduct:  een product dat helemaal klaar is voor gebruik.

Slide 12 - Tekstslide

Wereldsysteem=
Indeling van de wereld naar welvaart waarbij de drie blokken (centrum, semi-periferie en periferie) op meerdere terreinen met elkaar verbonden zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Dit wereldsysteem verandert:
  • door lage lonen worden veel producten in de periferie gemaakt.
  • De opkomende landen, de BRIC-landen groeien economisch sneller en worden rijker.
  • Groei in rijke landen gaat trager, verschillen tussen de blokken wordt kleiner.

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn grondstoffen?
A
aarde
B
grondstoffen halen we uit de grond om producten mee te maken

Slide 15 - Quizvraag

de meeste winst maak je als je
A
eindproducten invoert en grondstoffen uitvoert
B
alleen eindproducten invoert
C
alleen ruwe grondstoffen invoert
D
ruwe grondstoffen invoert en eindproducten uitvoert

Slide 16 - Quizvraag

Eindproduct
A
Grondstoffen
B
Producten gemaakt van grondstoffen
C
Een mooi product
D
Producten die voor de klant bestemd zijn.

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord
A
Grondstoffen komen alleen in arme landen voor.
B
Grondstoffen komen alleen in rijke landen voor.
C
Grondstoffen komen in de hele wereld voor
D
In mijnen worden grondstoffen uit de grond gehaald.

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je materialen die nog een verdere bewerking moeten ondergaan?
A
Grondstoffen
B
Halffabricaten
C
Hulpstoffen
D
Eindproducten

Slide 19 - Quizvraag

Wat exporteert Brazilië vooral?
A
Grondstoffen
B
Industrie producten
C
Diensten
D
Agrarische producten

Slide 20 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Primaire sector heeft te maken met het verkrijgen van grondstoffen
B
Secundaire sector heeft te maken met het verwerken van grondstoffen
C
Tertiaire sector heeft te maken met het verkopen van producten
D
Alle drie zijn juist.

Slide 21 - Quizvraag

Maken van 1.3 opdracht:

  • 2, 4, 5
  • gebruik de groene atlas
  • bekijk 2c: daar staat GB 210A/GB 242A
    Het eerste nummer is van de blauwe atlas, de tweede van de groene (GB=Grote Bosatlas)

Slide 22 - Tekstslide

Wat moet je nu kennen en kunnen?

Slide 23 - Open vraag