MP1DLa3 Unit 3 - Natuur

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

MP3 DLa

Woordenschat & Grammatica 

Unit 1 Natuur

Plattegrond van een stad, de weg wijzen. Herhaling van woordenschat. 

 

Stad = cultuur, door de mens gemaakt. 

Nu verder met natuur.

Lidwoorden

1. De (bepaald lidwoord)
2. Het (bepaald lidwoord)
3. Een (onbepaald lidwoord)
   
   

De vader en het kind zitten in een vliegtuig.

Wat gaan we vandaag doen?

- Herhaling lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden.

De grammatica en woordenschat hoort bij Natuur

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

• Het spannende boek.
• De schitterende film.
• Het kartonnen doosje.
• De goede studenten.

Wat zijn de werkwoorden?

1. De, het, een
2. Mooie, leuke, vieze
3. Doen, maken, lopen
4. Boek, kast, boom

Wat zijn de lidwoorden?

1. De, het, een
2. Mooie, leuke, vieze
3. Doen, maken, lopen
4. Boek, kast, boom

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?

1. De, het, een
2. Mooie, leuke, vieze
3. Doen, maken, lopen
4. Boek, kast, boom

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden?

1. De, het, een
2. Mooie, leuke, vieze
3. Doen, maken, lopen
4. Boek, kast, bomen

Woordenschat Natuur. 

Ga met een groepje van 2 of 3 naar buiten en maak 20 foto's van de natuur. Maak een collage. Schrijf de Nederlandse woorden erbij. 

Je hebt 20 minuten de tijd. 

- Seizoen

- Oceaan

- Klimaat

- Weersverwachting

- Milieu

- Biologisch

- Regenwoud

- Vervuiling

- Afvalscheiding

- Landschap

- Uitsterven

- Recyclen

Seizoen

Een periode van drie maanden.

- Lente

- Zomer

- Herfst

- Winter

De winter

De lente 

De zomer

De herfst

een seizoen duurt drie maanden (3x 4= 12)

elk seizoen begint op de 21ste. 

Lente: 21 maart t/m 20 juni

Zomer: 21 juni t/m 20 september

Herfst: 21 september t/m 20 december

Winter: 21 december t/m 20 maart

Oceaan

Groot wateroppervlakte

Grote Oceaan, Stille Oceaan

meer < zee < oceaan

De Atlantische oceaan is net zo groot als de Middellandse Zee.

1. juist
2. onjuist

Klimaat

De gemiddelde weertoestand over een periode. Hoeveel wind is er, hoe warm is het?

In Nederland is een ander klimaat dan in Spanje.

Het klimaat is hetzelfde als het weer.

1. juist
2. onjuist

Weersverwachting

Hoe warm gaat het worden? Gaat het morgen regenen?

Het is de hoogste tijd dat het mooi weer wordt.

1. juist
2. onjuist

Milieu

De natuurlijke omgeving. 

"We moeten goed zorgen voor het milieu. 

Eet niet te veel vlees. 

Rijd niet te vaak in de auto. Gooi je afval goed weg."

Minder vlees eten is goed voor het milieu.

1. juist
2. onjuist

Biologisch

Producten die gemaakt zijn, waar rekening is gehouden met de natuur en de dieren.

Biologische eieren zijn beter voor het milieu.

1. juist
2. onjuist

Regenwoud

Een heel groot bos, waar het veel regent.

In deze bioom regent het erg weinig.

1. juist
2. onjuist

Vervuiling

Het woord 'vuil' betekent vies. Vervuiling is dus vies maken. 

Plastic op straat gooien is vervuiling van het milieu

Afvalscheiding

Door goed je afval te scheiden, is er minder vervuiling.

Scheiden betekent dat je het uit elkaar haalt.

Papier doe je in de papiercontainer. En plastic in de grijze container.

Doen jullie thuis aan afvalscheiding?

1. ja
2. nee

Recyclen

Recyclen is het opnieuw gebruiken van materiaal.

Glas, plastic en papier kan opnieuw worden gebruikt.

Wat kun je allemaal recyclen?

Uitsterven

Als iets zich niet voortplant, dan sterft het uit. 

Het houdt op met bestaan. 

Het leeft niet meer en komt niet meer terug.

Landschap

Hoe de omgeving eruit ziet.

Het landschap van Nederland is plat, groen en heeft veel water. 

Hoe ziet het landschap eruit in jouw land? (tekst + plaatje)