Klas 2 thema 6

Klas 2 thema 6
LessonUp!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klas 2 thema 6
LessonUp!

Slide 1 - Tekstslide

Welke begrippen weet je nog?

Slide 2 - Woordweb

Wat is ecologie?
A
studie over milieubewustheid
B
leer van alle levende organismen
C
de samenhang tussen organismen in een bepaald gebied
D
de manier waarop een soort in zijn omgeving past

Slide 3 - Quizvraag

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Slide 4 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 5 - Quizvraag

Welk niveau van ecologie zie je hier?
A
Ecosysteem
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Individu

Slide 6 - Quizvraag

Wat is niet 1 van de ecologie niveaus?
A
Ecosysteem
B
Populatie
C
Individu
D
Levensgroep

Slide 7 - Quizvraag

Welk niveau van ecologie zie je hier?
A
Ecosysteem
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Individu

Slide 8 - Quizvraag

Tot welk niveau van de ecologie behoort een bos?
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 9 - Quizvraag


Een biotische factor is...
A
Een levende invloed uit het milieu
B
Een niet levende invloed uit het milieu

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een producent?
A
Dieren
B
Schimmels
C
Bacteriën
D
Planten

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een biotische factor?
A
Alle levenloze natuur (de zon, water, etc.)
B
Alle levende natuur (de zon, water, etc.)
C
Alle levenloze natuur (voedsel, soortgenoten)
D
Alle levende natuur (voedsel, soortgenoten)

Slide 12 - Quizvraag

In de voedselketen is aangegeven wie door wie opgegeten wordt. Wie staat er aan het eind van de voedselketen?
A
algen
B
kikker
C
vis
D
reiger

Slide 13 - Quizvraag

Je ziet hier een voedselketen.
Is deze voedselketen juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

De koolplant scheidt een stofje uit dat sluipwespen aantrekt. Sluipwespen leggen eieren in de rupsen die de koolplant op eten.
A
Mutualisme en parasitisme
B
Mutualisme en commensalisme
C
Commensalisme en parasitisme
D
Mutualisme, commensalisme en parasitimse

Slide 15 - Quizvraag

Mutualisme draait altijd om 2 organismen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Wat is mutualisme?
A
Ene soort heeft voordeel en de ander nadeel
B
Beide soorten hebben nadeel
C
Beide soorten hebben voordeel
D
Ene soort heeft voordeel en de ander geen voordeel en nadeel

Slide 17 - Quizvraag