Words/phrases unit 2 year 1

Welcome
Wednesday January 27
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome
Wednesday January 27

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- learning words/phrases unit 2
- practising for the test

Slide 2 - Tekstslide

At the end of the lesson..
You have practised with the words and phrases from unit 2
You know the translation to those words

Slide 3 - Tekstslide

I think I will get a score above an 8
Yes!
No...

Slide 4 - Poll

'Together' means..
A
Echt
B
Samen
C
Menen
D
Brengen

Slide 5 - Quizvraag

'Gig' means...
A
's Avonds
B
Ophalen
C
Dus
D
Optreden

Slide 6 - Quizvraag

'Ticket' means....
A
Met de trein
B
Te
C
Geluk hebben
D
Kaartje

Slide 7 - Quizvraag

'Pick up' means...
A
Ophalen
B
Brengen
C
Bedanken
D
Menen

Slide 8 - Quizvraag

'Be lucky' means..
A
Bedanken
B
Menen
C
Geluk hebben
D
Samen

Slide 9 - Quizvraag

'Episode' means..
A
Aflevering
B
Seizoen
C
Programma
D
Zender

Slide 10 - Quizvraag

'Expensive' means...
A
Geld
B
Iedereen
C
Goedkoop
D
Duur

Slide 11 - Quizvraag

'Still' means....
A
Nog
B
Ook
C
Al
D
Praten

Slide 12 - Quizvraag

'Lend' means...
A
Eten
B
Lenen
C
Gratis
D
Weggaan

Slide 13 - Quizvraag

'Of course' means....
A
Natuurlijk
B
Weggaan
C
Verschillend
D
Goedkoop

Slide 14 - Quizvraag

'Use' means..
A
Weggaan
B
Verschillend
C
Nodig hebben
D
Gebruiken

Slide 15 - Quizvraag

'Cousin' means..
A
Beroemd
B
Manier
C
Neef/nicht
D
Voorbeeld

Slide 16 - Quizvraag

'Example' means..
A
Elke
B
Leren
C
Voor
D
Voorbeeld

Slide 17 - Quizvraag

'Famous' means...

Slide 18 - Open vraag

'Date' means..

Slide 19 - Open vraag

'Young' means...
A
Iets
B
Manier
C
Gebruiken
D
Jong

Slide 20 - Quizvraag

'Way' means..
A
Elke
B
Prijs
C
Manier
D
Willen

Slide 21 - Quizvraag

'My dad can take us there.' means...
A
Ik kan niet met de trein gaan.
B
Ik heb twee kaartjes.
C
Wanneer is het optreden?
D
Mijn vader kan ons brengen.

Slide 22 - Quizvraag

'I can't go by train.' means..
A
Ik kan niet met de trein gaan.
B
Tot zondag twee uur.
C
De trein vertrekt op maandag.
D
Hoe laat zien we elkaar?

Slide 23 - Quizvraag

'I'd love to come!' means..


A
Tot zondag twee uur.
B
Ik kom graag!
C
Hoe laat zien we elkaar?
D
Kun je komen?

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer wordt de datum juist geschreven?
A
Monday january 25
B
monday january 25
C
Monday January 25
D
monday January 25

Slide 25 - Quizvraag

Welke wordt juist in het Engels gezegd?
'Het is 17 mei.'


A
It's the twenty-fifth of May.
B
It's the May of seventeen.
C
It's the seventeenth
D
It's the seventeenth of May.

Slide 26 - Quizvraag

Je moet altijd een hoofdletter gebruiken om een datum the schrijven. bv: Maandag 3 Mei
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Well done!
Let's see the scores: 22 questions in total. 
How did you do?

Next time: 
Grammar!!

Slide 28 - Tekstslide