Rechtsvormen en regels voor ondernemingen

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 4

Rechtsvormen en regels voor ondernemingen

Leerdoel

Aan het eind van de les zul je de praktische stappen weten voor het starten van een onderneming. 

Verder kun je verschillende rechtsvormen voor ondernemingen begrijpen en de bijbehorende regels kunnen toepassen.

Wat MOET je doen voor het starten van een bedrijf?

Stappen

KVK-aanvragen 

Rechtsvorm

Naam bedenken

50 euro betalen 

Start je met of zonder kapitaal? 

Wat weet je al over rechtsvormen bij een onderneming en de bijbehorende regels?

Wat zijn rechtsvormen?

Rechtsvormen bepalen de juridische structuur van een onderneming, zoals een eenmanszaak + (KOR), Stichting, VOF, BV, of NV.

Aansprakelijkheid

Men spreekt van aansprakelijkheid als een ander persoon verantwoordelijk gehouden kan worden voor uw schade. De persoon die aansprakelijk wordt gesteld, de aansprakelijke partij, moet de schade vergoeden. 

Eenmanszaak

Een onderneming gerund door één persoon, met persoonlijke aansprakelijkheid en weinig formaliteiten. 

-KOR-regeling

Stichting

Non- profit organisatie met een maatschappelijk of sociaal doel. 

VOF (Vennootschap onder Firma)

Een onderneming gerund door twee of meer personen, met gezamenlijke aansprakelijkheid en een vennootschapscontract.

BV (Besloten Vennootschap)

Een onderneming met beperkte aansprakelijkheid, opgericht bij notariële akte met aandeelhouders en directeuren.

NV (Naamloze Vennootschap)

Een onderneming met vrij verhandelbare aandelen en een raad van bestuur, met strengere regels en toezicht.

Belastingregels

Elke rechtsvorm heeft verschillende belastingverplichtingen en -voordelen, zoals inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.

Opdracht: 

Verzamel zoveel mogelijk informatie over jouw rechtsvorm en presenteer dit. 

- Toelichting + definities 

- Voordelen, nadelen van rechtsvorm 

Samenvatting en Evaluatie

Evalueer de belangrijkste concepten van de les en beantwoord eventuele vragen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.