H4 MM les 18 7.2 check 7.2 HD bronnen

Welkom
Programma:
- Leerdoelen 7.2 
- 7.2  Opdrachten bespreken
- Leidende vraag 7.2
- Huiswerk

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom
Programma:
- Leerdoelen 7.2 
- 7.2  Opdrachten bespreken
- Leidende vraag 7.2
- Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

7.2 Nationalisme

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 7.2
  • uitleggen welk verband er is tussen de 18e-eeuwse democratische revoluties en de opkomst van het nationalisme in de 19e eeuw;

  • met voorbeelden uitleggen op welke manier nationale gevoelens bij een groep mensen werden gestimuleerd;

  • met voorbeelden uitleggen dat nationalistische politiek gevolgen had voor de grenzen van Europa.

Slide 3 - Tekstslide

Gebouwd ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling van 1889. Het jaar 1889 was niet toevallig uitgekozen: het was de honderdste verjaardag van de Franse Revolutie. 
De Eiffeltoren werd op 
6 mei officieel geopend. 
In totaal werkten 250 staalarbeiders eraan 
De Eiffeltoren in aanbouw 1887-1889
Bekijk de bron, lees het bijschrift. Daarna een vraag

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit dat de Eiffeltoren een voorbeeld is van het verband tussen industrialisatie en nationalisme.

Slide 5 - Open vraag

Het beeld van J.P. Coen
is een voorbeeld van
cultureel nationalisme
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Leg je vorige antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

Was het terecht dat de Belgen zich in 1830 van het koninkrijk der Nederlanden wilden afscheiden?
JA
NEE

Slide 8 - Poll

Onderbouw je antwoord in de poll

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video



We lezen blz. 162

Slide 11 - Tekstslide

Waarom werden juist
eind 18e, begin 19e eeuw
liedjes over de
Nederlandse identiteit geschreven?

Slide 12 - Woordweb

Welke gevolgen had het gevoel van nationalisme in de 19e eeuw voor de samenlevingen?
Beantwoord m.b.v. een voorbeeld.

Slide 13 - Open vraag

HUISWERK
Maak 7.2 historische vragen 11 t/m 13. Doe dit zo volledig mogelijk. Noteer altijd de betekenis van de begrippen die bij de vragen horen. Gebruik elementen uit de bronnen als bewijs om je antwoorden te ondersteunen.
oefen met stap voor stap redeneren.

Slide 14 - Tekstslide