3H Chapitre 1 ww -re

Werkwoorden op -re
In de présent en de passé composé
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Werkwoorden op -re
In de présent en de passé composé

Slide 1 - Tekstslide

Van welke groep regelmatige werkwoorden zijn er de meeste?
A
de werkwoorden op -er (zoals parler)
B
de werkwoorden op -re (zoals perdre)

Slide 2 - Quizvraag

Van welk werkwoord zijn dit de uitgangen (présent)?
-e | -es | -e | -ons | -ez | -ent
A
aller
B
attendre
C
aimer
D
finir

Slide 3 - Quizvraag

Van welk werkwoord zijn dit de uitgangen (présent)?
-s | -s | - | -ons | -ez | -ent
A
fondre
B
avoir
C
arriver
D
être

Slide 4 - Quizvraag

FONDre

Slide 5 - Tekstslide

Welke vorm is goed?
perdre (tu, présent)
A
tu perdes
B
tu perdres
C
tu perds
D
tu perdu

Slide 6 - Quizvraag

Zet in de présent: j' (entendre)
A
entendes
B
entends
C
entende
D
entens

Slide 7 - Quizvraag

Zet in de présent:

nous (attendre)
A
attendez
B
attendons
C
attendent
D
attendrons

Slide 8 - Quizvraag

Hoe maak je de passé composé bij regelm. werkwoorden op -re?

Slide 9 - Open vraag

Zet in de passé composé:
tu (répondre)
A
tu répondu
B
tu réponds
C
tu as répondu
D
tu as réponds

Slide 10 - Quizvraag

FONDre: L'homme de neige fond
FONDre:
Le fromage est fondu

Slide 11 - Tekstslide

Zet in de passé composé: vous (vendre)
A
avez vendu
B
vendez
C
vendu
D
avez vendez

Slide 12 - Quizvraag

Le personnel ... les bagages perdus.
A
a rend
B
ont rendu
C
rendu
D
a rendu

Slide 13 - Quizvraag

Les gens ... souvent leurs bagages à l'aéroport
A
perds
B
perd
C
perdez
D
perdent

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf op je exit-ticket:
1) Mes parents .... à la gare. (attendre, présent)

Slide 15 - Open vraag

Schrijf op je exit-ticket:
2) Mon frère .... nos bagages. (perdre, passé composé)

Slide 16 - Open vraag