M2 - grammatica en lezen

Grammatica - lezen - M2
1. Oefentoets - daarna lezen in je leesboek.
2. Oefentoets bespreken.

Leerdoelen:
1. Ik kan uitleggen wat ik nog voor de toets in de toetsweek moet oefenen.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica - lezen - M2
1. Oefentoets - daarna lezen in je leesboek.
2. Oefentoets bespreken.

Leerdoelen:
1. Ik kan uitleggen wat ik nog voor de toets in de toetsweek moet oefenen.

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk voor vandaag
Door bijna niemand gemaakt!! 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk voor vandaag
- Alsnog maken: lezen en grammatica.
- Staat klaar bij taken in Magister.
timer
17:00

Slide 3 - Tekstslide

Toetsweek periode 2 - M2
1. Grammatica: redekundig ontleden (deel van toets in de toetsweek).
2. Lezen (deel van toets in de toetsweek).

--> Studiewijzer staat in Magister.

Slide 4 - Tekstslide

Theorie: samengestelde zinnen
Een samengestelde zin bestaat uit twee zinnen die aan elkaar geplakt zijn. 
Bijv.: Het is koud, dus ga ik niet zwemmen.
           Omdat het regent, ga ik met de tram.  
Een samengestelde zin bevat dus twee (of meer) persoonsvormen.

! Staan de PV's naast elkaar, gebruik dan een komma.
! Staat het voegwoord in het midden van de zin,
zet dan een komma vóór het voegwoord. 

Slide 5 - Tekstslide

Theorie: samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen plak je aan elkaar met een voegwoord.
Voorbeelden: want, omdat, en, of, terwijl, zodat, of, maar, opdat, toch, dus, etc.
Bijv.: Het is koud, dus ga ik niet zwemmen.
           Omdat het regent, ga ik met de tram.  

Slide 6 - Tekstslide

In de toets...
...moet je een samengestelde zin kunnen herkennen.
...moet je voegwoorden kunnen herkennen.
- je hoeft een samengestelde zin niet te ontleden. 
- een enkelvoudige zin moet je wel kunnen 
ontleden: pv, wg, ow, lv.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een samengestelde zin?
A
Een zin die meerdere betekenissen kan hebben
B
Een zin met meerdere werkwoorden
C
Een zin met meerdere persoonsvormen
D
Een zin die bestaat uit meerdere zinsdelen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een samengestelde zin?
A
Ik wil nog blijven, maar het mag niet van mijn moeder.
B
Ik wil graag naar huis toe lopen.
C
Wij gaan op de fiets naar school.
D
De school heeft door corona veel lesuitval.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de samengestelde zin?
A
Totdat de uitslag bekend is, kijken we televisie.
B
Gisteren ging ik naar de kermis in het centrum.
C
In het fietsenhok staan veel kapotte fietsen.
D
Hebben alle kinderen het verkeersexamen gehaald?

Slide 10 - Quizvraag

Een voegwoord plakt twee zinnen aan elkaar. Wat is geen voegwoord?
A
terwijl
B
omdat
C
toen
D
fiets

Slide 11 - Quizvraag

Een voegwoord plakt twee zinnen aan elkaar. Wat is geen voegwoord?
A
zodra
B
omdat
C
maar
D
allemaal

Slide 12 - Quizvraag

Gelukt?
- Ik kan in samengestelde zinnen de persoonsvorm vinden
- Ik herken het voegwoord in de zin.

Wat is de pv en wat is het voegwoord?

Slide 13 - Tekstslide

Morgen
1. Oefentoets maken en bespreken
2. Lezen in je leesboek (je bent begonnen met boek nummer 2).

Slide 14 - Tekstslide

Samengestelde zin 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de beste manier om de persoonsvorm te vinden?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Stappenplan ontleden

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
1. Ga naar blz. 212 in je boek.
2. Maak opdracht 1. Lees de opdracht goed!
--> Hulp nodig? Lees eerst nog eens de theorie op blz. 212.
3. Maak opdracht 2.

Je werkt zelfstandig of met de klasgenoot naast je.
We werken op fluistertoon.
Je mag vragen stellen aan mij.
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Dit kun je al:
- tekstdoelen en tekstsoorten herkennen.
- het onderwerp van een tekst bepalen.
- de hoofdgedachte van een tekst bepalen.
- (functies van) alinea's herkennen.
- kernzinnen herkennen.
- onbekende woorden bepalen met woordraadstrategieën.
Nieuw: tekstverbanden en signaalwoorden.

Slide 24 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 25 - Tekstslide

Tekstverband         Signaalwoorden
opsommend
ten eerste, ook, verder, en, bovendien, etc.
tijdsvolgorde

eerst, daarna, vervolgens, vroeger, etc.
voorbeeld 

bijvoorbeeld,  zoals, zo, denk aan, etc.

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
- Ga naar blz. 25 in je boek.
- Maak opdracht 2 bij tekst 2.
--> Hulp nodig? Lees eerst nog eens de theorie op blz. 23.
- Klaar? Maak opdracht 1.

Je werkt zelfstandig of met de klasgenoot naast je.
We werken op fluistertoon.
Je mag vragen stellen aan mij.
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen - check
1. Ik kan een zin redekundig ontleden (pv, ow, wwg, lv).
2. ik kan uitleggen wat een opsomming is en hoe ik die herken.

Slide 28 - Tekstslide

Volgende keer
- Verder met grammatica: redekundig ontleden.
- Verder met leesvaardigheid: signaalwoorden en tekstverbanden.

Huiswerk: 
leesvaardigheid: opdracht 3 van signaalwoorden en tekstverbanden.

Slide 29 - Tekstslide

Neem over en ontleed de
zin.
timer
3:00

Slide 30 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 31 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 32 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag
1. Pak je laptop erbij en ga naar Magister>Leermiddelen>NE;
2. Maak opdracht 1 en 2 van § 2 ZD Herhaling leerjaar 2 th.

Slide 34 - Tekstslide

Neem de zinnen over en ontleed (pv, wg, o, lv, mv, bwb):
1. Archeologen (hebben) in de Noordzee het wrak van een Duitse onderzeeër uit de Eerste Wereldoorlog ontdekt.
2. Wil je mij voor volgende week vrijdag 5 euro overmaken?
3. De ober serveerde de gasten een zevengangendiner.
4. De visboer wast zijn handen na het werken grondig.
5. Amsterdam krijgt het eerste kattencafé van Nederland.
6. Elk jaar schenkt de miljonair miljoenen aan goede doelen.
timer
12:00

Slide 35 - Tekstslide

timer
4:00

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide