WK 6 Les 1 1MH

Welcome!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Lesson goals for today


Aan het eind van deze les:
  1. Heb jij verschillende soorten Engelse teksten gelezen en begrepen.
  2. Kun jij mensen of dingen met elkaar vergelijken in het Engels

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Instructions reading exercises
What         Doe reading exercises 3 tot en met 7 met je tafelgroepje
How           Leerling 1 doet exc. 3 & 4
                     Leerling 2 doet exc. 5
                     Leerling 3 doet exc. 6
                     Leerling 4 doet exc. 7
                     Iedereen klaar? Presenteer de antwoorden aan elkaar en schrijf ze op in je werkboek
                    Denk eraan! Vertel ook hoe je aan je antwoord komt.
Help          Vraag het je tafelgroepje of steek je hand op
Time         8 minuten
Result       Alle antwoorden in je werkboek, klaar om te bespreken in klas
Finished   Bestudeer vocab list 6.1 en doe exerc. 8 & 9

timer
8:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Degrees of comparison

3 trappen:           
positive (bijv. nw) - comparative (vergelijkende trap) - superlative (overtreffende trap)

Tall              taller (than)        the tallest
Degrees of comparison (trappen van vergelijking)

Slide 6 - Tekstslide

Sweet - sweeter - sweetest

Slide 7 - Tekstslide

Spellingregels
E op het eind?               > alleen een r/st             nice - nicer - nicest         
klinker/medeklinker   > verdubbel mdklnk    hot - hotter - hottest
                                                                                           fat - fatter - fattest

Y op het eind?               > i in de plaats       happy - happier happiest

Slide 8 - Tekstslide

Uitzonderingen
Woord met 2 lettergrepen of meer (boring, )
                   geen er/est     maar more/most ervoor
boring - more boring - most boring    
exciting - more exciting - most exciting    

en....
Good - better - best

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de comparative/superlative van strong?
A
more strong - most strong
B
stronger - strongest
C
strongerder - strongerdest

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de comparative/superlative van "happy"?
A
happier - happiest
B
happyer - happyest
C
happyr - happyst

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de comparative/superlative van "nice"?
A
nicier - niciest
B
niceer - niceest
C
nicer - nicest

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het comparative van het woord
Big?
A
Biger
B
More Big
C
Biggest
D
Bigger

Slide 13 - Quizvraag

Comparative of the word
Expensive
A
Expensiver
B
More Expensive
C
Most Expensive
D
Expensivest

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het superlative van 'good'?
A
Better
B
Best
C
Gooder
D
Goodest

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn de comparative/superlative van "hot"?
A
hoter - hotest
B
hotter - hottest
C
hottier - hottiest

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de superlative van funny?
A
funnyer
B
funier
C
funnier
D
funniest

Slide 17 - Quizvraag

The comparative (vergrotende trap) van joyful is:


A
joyfuller
B
joyfullest
C
more joyful
D
more joyfuller

Slide 18 - Quizvraag

Now practice on your own
What?             exercise 10 over vergelijken (comparisons)
How?               Kijk naar de plaatjes - kies het juiste bijvoeglijk  naamwoord en                               zet die in de comparative & superlative
Help?              Vraag je buurman of steek je hand op
Time?             Tot het einde van de les
Result?          alle antwoorden in je werkboek
Finished?      Doe exerc. 11     

Slide 19 - Tekstslide

Homework
for Wednesday:

Study: vocab list 6.1
Do: exc. 8, 9, 10, 11, 12, 13 (VWO ook 14)
Watch: video over trappen van vergelijking (comparisons) op Google classroom

Slide 20 - Tekstslide