EE01 - les 5

Les 5
Nederlands in Gang
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2WOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 5
Nederlands in Gang

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Check - in : herhaling hoofdstuk 1-2-3-4

Dialogen oefenen: 


Dialoog HF 5 - markt
Meervoud (plural)                                               Instructie geven


- kennismaken
- in het café
- op straat
- afspraak maken (agenda)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstudie
Nederlands in Gang:
- hoofdstuk 4, p.58-64
- Oefeningen online



Slide 4 - Tekstslide

dialogen - kennismaken

You are meeting someone for the first time.
You want to know the following:
- name
- country + language
- age
- family : hoe ziet zij eruit? (what does she look like)

Slide 5 - Tekstslide

dialogen - café
You are meeting a friend in a bar.

You want to know the following
- how are they doing
- choice of drink
- who's paying 

Slide 6 - Tekstslide

dialogen - op straat
You are meeting a friend in the street. 
You want to know the following: 
- how they are
- what they are doing (studies/work)
- if they want to go for a drink

Slide 7 - Tekstslide

dialogen - op straat
You are meeting a friend in the street. 
You want to know the following: 
- how they are
- what they are doing (studies/work)
- if they want to go for a drink

Slide 8 - Tekstslide

dialogen - agenda
Gebruik de agenda uit de reader

A doe een voorstel voor een activiteit + dag
B reageer negatief, vertel waarom
A doe een ander voorstel
B reageer positief 
herhaal


Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Hoofdstuk 5: de markt 
vragen
vocabulaire

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Plural
+ en           if the word ends with a consonant
+s  -           if the word ends with -el, -em, -en, -er, -je, e
+ ‘s             if the word ends with a vowel (except e)

1 boek - 2 boeken
1 komkommer - 2 komkommers
1 paprika - 2 paprika's


Opdracht 3

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Imperatief (instruction)
Pak je boek!
Doe de deur open!
Lees de tekst!

Zeg het maar!
Geef mij maar 2 paprika’s.
Doe maar.



 

Slide 15 - Tekstslide

Adjectief

Slide 16 - Tekstslide

Imperatief (instruction)
Pak je boek!
Doe de deur open!
Lees de tekst!

Zeg het maar!
Geef mij maar 2 paprika’s.
Doe maar.



 
Adding 'maar' makes it more polite. 

Slide 17 - Tekstslide

Imperatief (instruction)
Pak je boek maar.
Kom maar even.
Doe eens even de deur open.

You can also add: 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstudie
Nederlands in Gang:
- hoofdstuk 5
- Oefeningen online
- dialoog hoofdstuk 6 luisteren



Slide 21 - Tekstslide