Review chapter 6 grammar

Grammar Review 
Present Simple/Continuous + Comparisons
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar Review 
Present Simple/Continuous + Comparisons

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present simple?
A
Gewoonte
B
Hobby
C
Waarheid/feit
D
Iets dat langere tijd of permanent is

Slide 2 - Quizvraag

Present Simple / Continuous:
My dad ... (work) tonight.

Slide 3 - Open vraag

Vul in: present simple / continuous
Water ........ (boil) at 100 degrees.

Slide 4 - Open vraag

Present Simple / Continuous:
My dad ... (not work) at H&M.

Slide 5 - Open vraag

Vul in: present simple / continuous
My colleague .......... (take - always) really long breaks.

Slide 6 - Open vraag

Vul in: present simple / continuous
He ....... (brush) his teeth twice a day.

Slide 7 - Open vraag

Vul in: present simple / continuous
Look, they ....... (feed) the animals.

Slide 8 - Open vraag

Present Simple / Continuous:
The plane ... (leave) as we speak.

Slide 9 - Open vraag

Wanneer pas je de SHIT-rule toe?
A
I, you
B
We, they
C
She/he/it

Slide 10 - Quizvraag

Vind de fout: Kate like to eat an apple
A
eat
B
like
C
an

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de present continuous?
A
Iets is nu aan de gang
B
Je bent met iets begonnen en het is nog niet klaar
C
Je bent geïrriteerd
D
Alle drie de antwoorden zijn waar

Slide 12 - Quizvraag

Staat in deze zin de continuous?
Look! The clouds are moving fast.
A
True
B
False

Slide 13 - Quizvraag

Hoe maak je een vraag in de present continuous?
A
Do/does toevoegen
B
Gewoon een vraagteken achter de zin zetten
C
onderwerp en de vorm van "to be" omdraaien

Slide 14 - Quizvraag

Zet in de present continuous:
(listen) We ____ to the teacher now.

Slide 15 - Open vraag

Review vergelijkingen

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn de vergrotende/overtreffende van "hot"?
A
hoter - hotest
B
hotter - hottest
C
hottier - hottiest

Slide 17 - Quizvraag

Vergrotende van het woord Big
A
Biger
B
More big
C
Biggest
D
Bigger

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn de vergrotende/overtreffende van "happy"?
A
happyer - happyest
B
happier - happiest
C
more happy - most happy

Slide 19 - Quizvraag


Gebruik vergrotende of overtreffende trap en gebruik het woord tussen haakjes.
That's .......... (weak) excuse I've ever heard!
A
weaker
B
the weakest
C
more weak
D
the most weakest

Slide 20 - Quizvraag

Mrs Platvoet is .... (spectacular) teacher I've ever had!

Slide 21 - Open vraag

Actually, she is my _____ (little) favourite teacher.

Slide 22 - Open vraag

This is drink _______ (yellow) than the sun!
A
yellower
B
more yellow
C
the yellowest
D
the most yellow

Slide 23 - Quizvraag

This lesson is _______ (niet zo saai als) other English lessons

Slide 24 - Open vraag