Waterveiligheid, zoetwatervoorziening en klimaatrobuustheid
Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en waterschappen moeten samenwerken aan dit integraal waterbeleid.
Rijkswaterstaat zorgt voor wegen, waterwegen en bescherming tegen overstromingen.
Een waterschap zorgt voor veiligheid, voldoende water en schoon water in een bepaald gebied.
Integraal waterbeheer is een vorm van waterbeheer om vraagstukken rondom overstromingen, wateroverlast, droogte en waterkwaliteit in samenhang (schaalniveau, functies en betrokkenen) te beschouwen:
Rekening houden met het hele stroomgebied. Nederland is hier onderdeel van. Samenwerking op verschillende schaalniveaus van belang!
Verschillende watersystemen (zee, rivieren, meren, sloten, kanalen, grachten en grondwater).
Verschillende functies: afvoeren, veiligheid, recreatie, landbouw.
Betrokkenen: overheden, bedrijfsleven, boeren, bewoners, toeristen etc.
De kustdijken versterken / Waterkeringen verbeteren om Nederland te beschermen tegen zeespiegelstijging (door klimaatverandering).
Inspelen op de onregelmatiger wordende afvoer van rivieren.
Het waterpeil van het IJsselmeer verhogen om een grotere strategische zoetwatervoorraad te hebben (voor tijden van droogte).
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Deze instantie heeft in 2008 aanbevelingen gedaan over de waterveiligheid in Nederland tot 2100.
A
Deze instantie is verantwoordelijk voor het beheer van de hoofdwatersystemen in Nederland.
B
Deze instantie is verantwoordelijk voor de waterhuishouding in een regio.
C
Rijkswaterstaat
Nationaal
Nationaal
Regionaal
Tweede Deltacommissie
Waterschap
Slide 4 - Sleepvraag
Adaptief deltamanagement
Vooruit kijken en flexibel blijven.
Waterveiligheid: bescherming tegen overstromingen.
Zoet water: voorkomen van tekorten aan drinkwater.
Ruimtelijke adaptatie: rekening houden met klimaat en water.
Rijn-Maasdelta: veiligstellen Rijnmond-Drechtsteden en Zuidwestelijke delta.
IJsselmeer gebied: veiligstellen van zoetwatervoorraad en voorkomen overstromingen.
Hoe verdelen we het Rijnwater over de rivieren de Waal, de Nederrijn-Lek en de IJssel? Het antwoord op die vraag is belangrijk voor de waterveiligheid in dit gebied. Tot 2050 verandert er volgens deze voorgestelde deltabeslissing niets. Of de afvoerverdeling na 2050 nog veranderd mag worden, wordt de komende jaren duidelijk.
Hierin staat onder andere hoe overtollig water naar de Waddenzee kan worden afgevoerd. En onder welke voorwaarden het IJsselmeergebied kan dienen als zoetwatervoorraad voor andere gebieden. Verder staat in de deltabeslissing wat de hoogste waterstand is voor het IJsselmeer en de meren er omheen.
Op veel plaatsen richten we ons land zo in dat we de extremen van de natuur – hitte, droogte, wateroverlast en de gevolgen van overstromingen – goed kunnen opvangen. Ook als die extremen in de toekomst vaker en heviger optreden door klimaatverandering.
Wat kan de overheid bieden als er te weinig zoetwater is voor landbouw, industrie en natuur? De Deltacommissaris stelde voor om daar afspraken over te maken. In de deltabeslissing staan ook plannen om meer zoetwater naar (droge) gebieden (Hoog-Nederland, zandgronden!) te laten stromen. En wat gebruikers zelf moeten doen om zuiniger om te gaan met water.
In de deltabeslissing Waterveiligheid staan nieuwe afspraken om Nederland te beschermen tegen overstromingen. Denk bijvoorbeeld aan afspraken over de hoogte van dijken. Het voorstel is om nieuwe normen af te spreken. Doel is om de kans op een overstroming, en de gevolgen daarvan zo klein mogelijk te maken.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe kun je zien dat dit klimaat adaptief is?
Slide 6 - Tekstslide
1. Vasthouden
Zorgen dat het water daar waar de neerslag valt zoveel mogelijk de grond in kan trekken.
Slide 7 - Tekstslide
2. Bergen
Wanneer water niet meer opgeslagen kan worden in de bodem (infiltratie), dan moeten we water bergen. We slaan het tijdelijk elders op.
Rivieren: waterbergend vermogen vergroten - kan meer water bevatten.
Slide 8 - Tekstslide
3. Afvoeren (lozen)
Zorgen dat het rivierwater zo makkelijk en snel mogelijk kan doorstromen (naar zee). Water moet dus niet tegengehouden worden door o.a. obstakels.
Slide 9 - Tekstslide
Bij welke stap van de drietrapsstrategie past de afbeelding?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren
Slide 10 - Quizvraag
Bij welke stap van de drietrapsstrategie past de afbeelding?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren
Slide 11 - Quizvraag
A
Vasthouden
B
Bergen
C
Afvoeren
Slide 12 - Quizvraag
A
Vasthouden
B
Bergen
C
Afvoeren
Slide 13 - Quizvraag
A
Vasthouden
B
Bergen
C
Afvoeren
Slide 14 - Quizvraag
Ruimte voor de rivier
AANLEIDING
Na de extreem hoge waterstanden en overstromingen van 1993 en 1995 ging men anders nadenken over het overstromingsbeleid. Tot dan toe was alles erop gericht het water tegen te houden, dus vooral de dijken verhogen. Maar hiermee kwam je er niet meer. Men moest de rivier meer ruimte geven!
Fluviaal schaalniveau
Op schaalniveau van stroomgebieden moet samengewerkt worden. Actieplan Hoogwater is hier een voorbeeld van. Zoveel mogelijk gericht op vasthouden en bergen!