Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
meervoud zelfstandig naamwoorden
meervoud
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
meervoud
Slide 1 - Tekstslide
enkelvoud = 1
meervoud is meer dan 1
Slide 2 - Tekstslide
Hoe schrijf je het meervoud?
Je leert deze les:
hoe je zelfstandig naamwoorden in het meervoud schrijft
Slide 3 - Tekstslide
eerst een paar vragen.....
wat weet je al?
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het meervoud van plant?
1 plant, 2.........
A
plants
B
plantes
C
planten
D
plantens
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het meervoud van tijd?
1 tijd, 2 ........
A
tijdens
B
tijds
C
tijds
D
tijden
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het meervoud van boek?
1 boek, 2.........
A
boeks
B
boeken
C
boekes
D
boekt
Slide 7 - Quizvraag
regel1: boeken, tijden, planten.....
Wat is dus de regel voor meervoud?
Slide 8 - Open vraag
de regel(1):
Meestal komt er:
- en
achter het woord als je meervoud maakt.
Dat is simpel!
Let wel op de spelling van lange en korte klank - woorden : boom - bomen/ roos - rozen/ bos - bossen/ golf - golven!!!
Slide 9 - Tekstslide
de tweede regel....
weer eerst een paar vragen:
Slide 10 - Tekstslide
meervoud van jongen?
Slide 11 - Open vraag
meervoud van meisje?
Slide 12 - Open vraag
meervoud van vinger?
Slide 13 - Open vraag
meervoud van vakantie?
Slide 14 - Open vraag
meervoud van tafel?
Slide 15 - Open vraag
regel 2: meervoud: meisjes/ tafels/jongens/vakanties/ vingers....
Dus de regel is?
Slide 16 - Open vraag
de regel (2):
Na - je/ - el / -en / -er/ - ie
zet je een
S
achter het woord om meervoud te maken
Slide 17 - Tekstslide
meervoud op
-s
meervoud op
-en
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
gang
kamer
bed
zus
kleed
brief
jongen
Slide 18 - Sleepvraag
kleed - kl
e
den
brief - brie
v
en
gang - gangen
bloem - bloemen
kleur - kleuren
bed - be
dd
en
zus - zu
ss
en
tekst - teksten
beest - beesten
kamer - kamers
emmer - emmers
lepel - lepels
pasje - pasjes
jongen - jongens
broer - broers
Slide 19 - Tekstslide
Ik heb het meisje gesproken.
Ik heb de meisjes gesproken.
Wat is het lidwoord bij meervoud?
Slide 20 - Open vraag
Onthouden:
Meervoud:
1) Meestal
-
en
achter het woord
2) Na -e, -el, -er, -en
-s
achter het woord
Je moet ook letten op de spelling!
HET LIDWOORD BIJ MEERVOUD IS ALTIJD
'DE'
Slide 21 - Tekstslide
Andere meervouden
Er zijn ook nog meervouden op
's
, zoals opa's, cd's, baby's.
Er zijn onregelmatige meervouden die je gewoon moet leren, zoals koe - koe
ien
; rund - rund
eren
kind- kind
eren
; blad - blad
eren
ei- ei
eren
Maar die bewaren we voor een andere keer....
Slide 22 - Tekstslide
Hoe vond je deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 23 - Poll
Meer lessen zoals deze
meervoud
Juni 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
meervoud
December 2021
- Les met
36 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
meervoud (deel 2)
Maart 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
meervoud
Oktober 2023
- Les met
34 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
meervoud
2 dagen geleden
- Les met
31 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
Meervoud
Januari 2024
- Les met
24 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
meervoud
Januari 2022
- Les met
31 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
meervoud 3.12
November 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2