7.9. Satzteile, Fälle, Zugmaus

Willkommen!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programm, Dienstag 7.9.
Die Fälle   
Die Zugmaus

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Log-in Lessonup
Download de app (blauwe raket) of www.lessonup.com/app
1. Kies: ik ben een leerling
2. Kies: registreren
3. Gebruik je e-mail van school en een makkelijk wachtwoord (opschrijven!)
4. Je moet je echte naam invullen ivm toetsen of lessen
5. meld je aan bij de klas

Code:   g w e p u

Slide 3 - Tekstslide

Während der Unterrichtsstunden wird oft mit Lessonup gearbeitet. Vorteil ist, dass du dir zu Hause die Stunde noch mal ansehen kannst. Sorgt bitte dafür, dass du immer ein Device/Handy dabei hast. 


die Fälle

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Die Mutter schickt dem Lehrer eine Mail.
schickt
dem Leher
die Mutter
eine Mail
het gezegde
het onderwerp
het leidend voorwerp
het meewerkend onderwerp

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Satzteile bestimmen  (ontleden)

Der Lehrer sagt dem Schüler die Note der Klausur.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Der Lehrer sagt dem Schüler die Note der Klausur.
'sagt' ist
A
het gezegde
B
het onderwerp
C
het leidend voorwerp
D
het meewerkend voorwerp

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Der Lehrer sagt dem Schüler die Note der Klausur.
'Der Lehrer' ist
A
het gezegde
B
het onderwerp
C
het leidend voorwerp
D
het meewerkend voorwerp

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Der Lehrer sagt dem Schüler die Note der Klausur.
'die Note' ist
A
het gezegde
B
het onderwerp
C
het leidend voorwerp
D
het meewerkend voorwerp

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Der Lehrer sagt dem Schüler die Note der Klausur.
'dem Schüler' ist
A
het gezegde
B
het onderwerp
C
het leidend voorwerp
D
het meewerkend voorwerp

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Der Lehrer sagt dem Schüler die Note der Klausur.
'der Klausur' ist ?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Der Genitiv (2de naamval)
Besitzverhältnis zwischen zwei Substantiven

Het zakgeld van de kinderen is niet voldoende.
Das Taschengeld der Kinder ist nicht genug.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gezegde   (das Prädikat)
Der Lehrer    gibt    dem Schüler die Note.

-> alle werkwoordvormen in de zin

hier: gibt

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het onderwerp   (das Subjekt)
Der Lehrer     gibt dem Schüler die Note.

-> Wie/Wat + gezegde       ->  Wer/Was gibt?

hier: Der Lehrer

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het leidend voorwerp   (das direkte Objekt)
Der Lehrer gibt dem Schüler      die Note.

-> Wie/Wat + gezegde + onderwerp

hier: die Note

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het meewerkend voorwerp   (das indirekte Objekt)
Der Lehrer gibt      dem Schüler     die Note.

-> Aan wie/voor wie + gezegde + onderwerp

hier: dem Schüler

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1de nv
3de nv
4de nv
der Mann
dem Mann
den Mann
das Kind
die Frau
die Frau
der Frau
dem Kind
das Kind
die Kinder
die Kinder
den Kindern

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wörter der
Der-Gruppe

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

männlich
weiblich
sächlich
Mehrzahl
1.
der Mann
die Frau
das Kind
die Kinder
2.
des Mannes
der Frau
des Kindes
der Kinder
3.
dem Mann
der Frau
dem Kind
den Kindern
4.
den Mann
die Frau
das Kind
die Kinder
Formen der Der-Gruppe
Der-Gruppe: jed-, manch-, solch-, welch-, all-

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

männlich
weiblich
sächlich
Mehrzahl
1.
der Mann
ein Mann
die Frau
eine Frau
das Kind
ein Kind
die Kinder
keine Kinder
2.
des Mannes
eines Mannes
der Frau
einer Frau
des Kindes
eines Kindes
der Kinder
keiner Kinder
3.
dem Mann
einem Mann
der Frau
einer Frau
dem Kind
einem Kind
den Kindern
keinen Kindern
4.
den Mann
einen Mann
die Frau
eine Frau
das Kind
ein Kind
die Kinder
keine Kinder
Formen der Ein-Gruppe

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

männlich
weiblich
sächlich
Mehrzahl
1.
der Mann
ein Mann
die Frau
eine Frau
das Kind
ein Kind
die Kinder
keine Kinder
3.
dem Mann
einem Mann
der Frau
einer Frau
dem Kind
einem Kind
den Kindern
keinen Kindern
4.
den Mann
einen Mann
die Frau
eine Frau
das Kind
ein Kind
die Kinder
keine Kinder
Formen der Fälle      Der- und Ein-Gruppe
Ein-Gruppe: ein-, kein-, bezittelijke voornaamwoorden

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1de nv
3de nv
4de nv
solcher Mann
ihrem Mann
jeden Mann
manches Kind
welche Frau
diese Frau
deiner Frau
unserem Kind
mein Kind
eure Kinder
ihre Kinder
allen Kindern

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nachlesen

Textbuch Seite 18

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Die Zugmaus
Machen: 1.2, 1.3
2.1, 2.2, 2.3
Tabelle Seite 4

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Hausaufgaben für Montag, 13.9.
Lesen:   Die Zugmaus, Kapitel 6-12
Machen: Aufgaben bis 2.3 fertig machen

Gebrauche ein Wörterbuch!
z.B. Uitmuntend.de


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies