MC4FA1 Leesvaardigheid - les 7 - 100425

Salut MC4FA1!
Le 10 avril, 2025
BIENVENUE

- svp boek, schrift en pen op tafel
- telefoon opgeborgen en op still


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Salut MC4FA1!
Le 10 avril, 2025
BIENVENUE

- svp boek, schrift en pen op tafel
- telefoon opgeborgen en op still


Slide 1 - Tekstslide

Le but (het doel van deze les)
Aan het einde van deze les:
- weet ik hoe ik met alle soorten vragen omga in 
  een leestekst

Slide 2 - Tekstslide

Le program
  1. Comment ça va? (5 min.)
  2. Wat weet je nog van de vorige les? (5 min.) 
  3. Leestraining - wel/niet vragen - corriger les devoirs (10 min.) 
  4. Leestraining - type vragen - Au travail! (50 min.) 
  5. Signaalwoorden (5 min.) 
  6. Les devoirs  (2 min.) 
  7. Terugkijken en au revoir! (3 min.) 

Slide 3 - Tekstslide

CORRIGER
Page 138 
Texte 2 
Ex. 8 
Ex. 9 

Slide 4 - Tekstslide

CORRIGER
Page 139
Texte 3 
Ex. 10 

Slide 5 - Tekstslide

LIRE 
- Leesexamen 
- Welke type vragen 

Slide 6 - Tekstslide

TYPE VRAGEN 
- Wel/Niet vragen 
- Open vragen 
- Gatentekstvragen 
- Meerkeuzevragen 
- Overige vraagtypen 

Slide 7 - Tekstslide

Leesvaardigheid - open vragen
- Lees nauwkeurig de vraag 
- zoek het gedeelte in de tekst waar de vraag 
over gaat.
- Lees het tekstgedeelte en vertaal de kernwoorden in het Nederlands.
- Schrijf je antwoord op in het Nederlands of schrijf het antwoord over uit de tekst 
- Lees nogmaals de vraag en je antwoord. Is het een antwoord op de vraag?

Slide 8 - Tekstslide

Leesvaardigheid - open vragen
Page 142
Maak texte 6

Vraag 14 en 15 
10 minuten

Slide 9 - Tekstslide

Leesvaardigheid - gatentekstvragen
Bij gatentekstvragen moet je kiezen welk woord op de open
plek in de tekst ingevuld moet worden. Dit doe je zo:
- Lees de tekst tot de open plek en de zin(en) erna
- Bedenk welk woord in de zin zou passen
- Lees de antwoordopties en kies het woord dat het meeste lijkt op het woord dat je zelf had bedacht.
- Controleer je antwoord door het gekozen woord in de zin in te vullen.
Signaalwoorden zijn belangrijk en komen vaak voor in gatentekstvragen.

Slide 10 - Tekstslide

Leesvaardigheid - gatentekstvragen
Page 152
Maak texte 10

Vraag 24 en 25 
10 minuten

Slide 11 - Tekstslide

Leesvaardigheid - meerkeuzevragen
Meerkeuzevragen komen voor in het Frans en in het Nederlands
- Lees de vraag zonder naar de antwoordmogelijkheden te kijken. Vertaal de vraag eventueel.
- Lees nauwkeurig het tekstgedeelte waar de vraag over gaat.
- Formuleer zelf een antwoord op de vraag.
- Lees de antwoordmogelijkheden. Kijk of jouw antwoord ertussen staat.
- Kun je het juiste antwoord niet vinden? Streep de onjuiste weg tot je één antwoord overhoudt. 

Slide 12 - Tekstslide

Leesvaardigheid - meerkeuzevragen
Page 156
Maak texte 12

Vraag 28
10 minuten

Slide 13 - Tekstslide

OVERIGE VRAGEN 
- Combineervragen
- Scanvragen 
- Ordeningsvragen 

Slide 14 - Tekstslide

Leesvaardigheid - combineervragen
De juiste combinatie maken > een mening of uitspraak die je combineert met een persoon. Hoe?
- Lees de tekst globaal
- Lees de mening/uitspraak en onderstreep de kernwoorden
- Markeer het tekstgedeelte waarin de mening/uitspraak genoemd wordt.
- Kijk goed bij wie de mening/uitspraak hoort. 

Slide 15 - Tekstslide

Leesvaardigheid - combineervragen
Page 166
Maak texte 17

Vraag 37 
5 minuten

Slide 16 - Tekstslide

Leesvaardigheid - scanvragen 
Je bent op zoek naar specifieke informatie. Je hoeft niet de hele tekst te lezen.
- Lees de vraag om te weten te komen wat je moet beantwoorden.
- Scan de tekst af waar het antwoord staat.
- Lees dit stukje nauwkeurig door en beantwoord de vraag. 

Slide 17 - Tekstslide

Leesvaardigheid - scanvragen
Page 169
Maak texte 20

Vraag 41 
5 minuten

Slide 18 - Tekstslide

Leesvaardigheid - ordeningsvragen 
. Je moet gebeurtenissen of handelingen in de juiste volgorde zetten. Bijvoorbeeld bij een recept.
- welke stappen moet je zetten om de gebeurtenis of handeling in de juiste volgorde te zetten.
- Let op signaalwoorden die bij opsomming horen, d'abord, ensuite, après, enfin.
- In recepten moet je letten op woorden die herhaald woorden. De zinnen waarin ze staan, staan vaak bij elkaar. 

Slide 19 - Tekstslide

Leesvaardigheid - ordeningsvragen
Page 171
Maak texte 21

Vraag 42 
5 minuten

Slide 20 - Tekstslide

Les devoirs pour le 11 avril 2025
- Leren:  - Voca A, B, C, D en E (page 172-173) Frans - Nederlands 
              - Veel voorkomende vraagstellingen (page 174) 
                 Frans - Nederlands

Oefen leesexamen: 11 april 2025
Leesexamen: 14 april 2025 

Slide 21 - Tekstslide

                                     Au revoir! 
                                                                       Qu'est-ce                                                                                                                que tu as appris aujourd'hui?  
 
                                                                                                         

À plus!                                                                 

Slide 22 - Tekstslide