leesstrategieën: meningen - signaalwoorden

Aujourd'hui:
leesstrategiëen 
- signaalwoorden
- examenidioom herhalen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui:
leesstrategiëen 
- signaalwoorden
- examenidioom herhalen

Slide 1 - Tekstslide

leesstrategiëen

  • voorbeelden 'begrijpen'
  • meningen scannen: wie is voor of juist tegen iets? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

p.165
In je schrift:

1 fêtée 
2 chaque pays 
3 des arbres
4 certains collèges
5 doivent/doit
6 chacun
7 offrir
8 leur
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

in je schrift:

1 plusieurs
2 même journée
3 on doit
4oublier
5 précédent
6 se reposer
7 à venir
8 signifie pour vous
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Tip: let hierbij op positieve of juist negatieve woorden staan bij een mening! onderstreep ze in de tekst

Slide 7 - Tekstslide

p.168
In je schrift:

1 cassé la jambe
2 moche
3 hauts talons
4 de taille
5 sinon
6 j'aurais l'air
7 surtout
8 interdites
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

in je schrift:

1 les quartiers
2 la campagne
3 vraiment
4 sous 
5 l'ambiance
6 flâner
7 accueillant
8 les gens 

Slide 9 - Tekstslide

signaalwoorden

  • betekenis woord 
  • oefenen Quizlet

Slide 10 - Tekstslide

dur
A
negatieve woord
B
voorbeelden
C
oorzaak
D
verklaring

Slide 11 - Quizvraag

ensuite
A
gevolg
B
benadrukken
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 12 - Quizvraag

dur =

Slide 13 - Open vraag

ensuite =

Slide 14 - Open vraag

l'avantage
A
doel
B
positief woord
C
oorzaak
D
verklaring

Slide 15 - Quizvraag

!
A
opsomming
B
vergelijking
C
negatief woord
D
benadrukken

Slide 16 - Quizvraag

l'avantage =

Slide 17 - Open vraag

! =

Slide 18 - Open vraag

pour + werkwoord
(pour gagner de l'argent)
A
doel
B
tegenstelling
C
opsomming
D
positief woord

Slide 19 - Quizvraag

pour + werkwoord =

Slide 20 - Open vraag

ainsi
A
gevolg
B
verklaring
C
voorbeeld
D
doel

Slide 21 - Quizvraag

par contre
A
oorzaak
B
negatief woord
C
positief woord
D
tegenstelling

Slide 22 - Quizvraag

ainsi =

Slide 23 - Open vraag

par contre =

Slide 24 - Open vraag

car
A
opsomming
B
verklaring
C
vergelijking
D
tegenstelling

Slide 25 - Quizvraag

mieux
A
oorzaak
B
negatief woord
C
positief woord
D
tegenstelling

Slide 26 - Quizvraag

car =

Slide 27 - Open vraag

mieux =

Slide 28 - Open vraag

moins ... que
A
opsomming
B
verklaring
C
vergelijking
D
tegenstelling

Slide 29 - Quizvraag

peu de
A
voorbeeld
B
gevolg
C
oorzaak
D
negatief woord

Slide 30 - Quizvraag

moins .... que =

Slide 31 - Open vraag

peu de =

Slide 32 - Open vraag

  • positieve woorden
  • tegenstelling
  • gevolg
  • benadrukken
  • negatieve woorden
  • doel
  • opsomming
  • voorbeelden
  • oorzaak
  • vergelijkingen
  • reden, verklaring
FUNCTIES SIGNAALWOORDEN

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link