Flex 1 - woordjes leren (Frans en andere talen)


Woordjes Leren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FlexMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Woordjes Leren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Woordjes leren

Slide 3 - Tekstslide

Leertips
Woordjes leer je het beste door elke dag even te leren. 
Zorg dat je ontspannen en geconcentreerd bent. 

Misschien blijven de woordjes niet direct hangen, dat is niet erg. Als je elke dag eventjes leert zul je zien dat ze uiteindelijk wel blijven hangen. Zorg er dus voor dat je op tijd begint met leren. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe veel minuten kun je het beste per dag woordjes leren?
A
vijf minuten
B
tien minuten
C
een kwartier
D
een half uur

Slide 5 - Quizvraag

Leertips
Hak de woordenlijst die je moet leren in stukjes. Leer de woordjes in kleine groepjes van 5 woordjes

Het is handig om de woordjes per thema te groeperen. 
(bijvoorbeeld alle woorden die met eten te maken hebben bij elkaar, alle woorden die met school te maken hebben bij elkaar, etc.). Dan kun je het namelijk makkelijker onthouden.

Slide 6 - Tekstslide

Leertips
Leer eerst één groepje. Daarna leer je het volgende groepje. Het is verstandig om de groepjes die je al geleerd hebt af en toe te herhalen.

Vergeet niet je woordjes ook uit te spreken.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Manieren om te leren
  1. Mindmap
  2. Ezelsbruggetjes of plaatjes
  3. Kaartjes maken
  4. Opschrijven / flapmethode
  5. Online methodes: quizlet, wrts, memrise
  6. Overhoor jezelf
                                  DOE iets met de woordjes

Slide 9 - Tekstslide

1. Mindmap

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

2. Ezelsbruggetjes / plaatjes

Slide 12 - Tekstslide

3. Kaartjes / flashcards
Aan de ene kant van het kaartje schrijf je het Franse woordje, en aan de andere kant van het kaartje schrijf je het woordje in het Nederlands. 
Pak voor elk woordje wat je moet leren weer een nieuw kaartje.

Slide 13 - Tekstslide

4. Opschrijven 
  1. Vouw een A4tje in de lengte doormidden
  2. Schrijf links  de gevraagde woordjes
  3. Schrijf rechts de vertalingen
  4. Vouw de vertalingen weg
  5. Probeer de juiste vertalingen in te vullen
  6. Controleer jezelf 
  7. Doe dit opnieuw met de foute antwoorden

Slide 14 - Tekstslide

5. Online methodes
wrts 
(www.wrts.nl)
quizlet 
(quizlet.com)
wozzol 
(www.wozzol.nl)
memrise

Slide 15 - Tekstslide

6. Overhoor jezelf
Laat je overhoren
 door een klasgenoot, vriend of vriendin of iemand thuis
of op internet (bijvoorbeeld quizlet, wrts)

Slide 16 - Tekstslide

Nog meer!

Slide 17 - Tekstslide

De afdekmethode
Leg je hand of een stuk papier op de Nederlandse woorden en probeer de vreemde woorden zelf te vertalen, of andersom.

Vergeet echter niet om ook nog te oefenen met schrijven.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Noem minimaal 3 tips uit de video Woordjes leren

Slide 20 - Open vraag

Maak er een gek verhaal van!
Een verhaal maken kan je soms helpen om woordjes beter te onthouden. Je kunt je er dan iets bij voorstellen en ziet er een beeld bij. Misschien geldt dat ook voor jou. 

Hoe gekker het verhaaltje, hoe beter je het meestal onthoudt!

Slide 21 - Tekstslide

Kijk Netflix!

Maar dan natuurlijk wel in een andere taal en / of met de ondertiteling in een andere taal. Dus: kijk je favoriete serie in het Frans met Franse ondertiteling of in het Engels zonder ondertiteling. 

Slide 22 - Tekstslide

Breingeheimpje 
Lijstjes met drie, vier of vijf woordjes kunnen we ons het gemakkelijkst herinneren. Dat heeft te maken met het werkgeheugen. Het werkgeheugen kan maar weinig informatie opnemen. 
Moet je een lange lijst met woordjes leren, deel die dan op in stukjes van maximaal vijf

Slide 23 - Tekstslide

Meer tips
  • Als je nieuwe woordjes op krijgt, begin dan dezelfde dag nog met tien minuten oefenen.
  • Oefen iedere volgende dag tien minuten tot je een toets of overhoring hebt.
  • Woorden die je er maar niet in krijgt kun je op een blaadje schrijven en boven je bed hangen. Teken er eventueel een plaatje bij. 

Slide 24 - Tekstslide

Herhalen, herhalen!
Vergeet niet dat het bij woordjes leren (zoals bij alles wat je leert) vooral gaat om herhalen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Methodes
  • Oefen regelmatig; herhaling is belangrijk. Je hebt meer aan 4x een  kwartier leren over meerdere dagen, dan 1x een uur. 
  • Bouw voor jezelf vaste momenten in de week in, waarop je oefent. 
  • Hoe meer zintuigen je inzet bij het leren, hoe makkelijker het leren gaat, dus…: beeld, geluid, lezen, naspreken, opschrijven, uitbeelden/nadoen, etc.

  • Maak het jezelf makkelijk en zoek een methode die bij jou past. Welke methode ken jij misschien al om woordjes te leren onthouden?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide