klas 1TL - bij Hfd. 2 - uitleg de regelmatige ww op -er

de ww op -er 


 
van regelmatige ww op -er
in de présent
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

de ww op -er 


 
van regelmatige ww op -er
in de présent

Slide 1 - Tekstslide

de regelmatige werkwoorden die eindigen op -er

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

zingen = chanter
ik zing = ...
A
je chante
B
tu chantes
C
il chante
D
elle chante

Slide 4 - Quizvraag

zingen = chanter
jij zingt = ...
A
je chante
B
tu chantes
C
il chante
D
elle chante

Slide 5 - Quizvraag

zingen = chanter
hij zingt = ...
A
je chante
B
tu chantes
C
il chante
D
elle chante

Slide 6 - Quizvraag

zingen = chanter
zij zingt = ...
A
je chante
B
tu chantes
C
il chante
D
elle chante

Slide 7 - Quizvraag

zingen = chanter
wij zingen = ...
A
nous chantons
B
vous chantez
C
ils chantent
D
elles chantent

Slide 8 - Quizvraag

zingen = chanter
jullie zingen / u zingt = ...
A
nous chantons
B
vous chantez
C
ils chantent
D
elles chantent

Slide 9 - Quizvraag

zingen = chanter
zij (mnl) zingen = ...
A
nous chantons
B
vous chantez
C
ils chantent
D
elles chantent

Slide 10 - Quizvraag

zingen = chanter
zij (vrl) zingen = ...
A
nous chantons
B
vous chantez
C
ils chantent
D
elles chantent

Slide 11 - Quizvraag

je danse
tu danses
il danse
elle danse
ik dans
jij danst
hij danst
zij danst

Slide 12 - Sleepvraag

nous dansons
vous dansez
ils dansent
elles dansent
wij dansen
jullie dansen
u danst
ze (mnl) dansen
zij (vrl) dansen

Slide 13 - Sleepvraag

Opdracht - zet in de goede vorm:
1. Je ............................. (parler) français.

Slide 14 - Open vraag

Opdracht - zet in de goede vorm:
2. Nous ................ (chanter) une chanson.

Slide 15 - Open vraag

Opdracht - zet in de goede vorm:
3. Tu ...................... (manger) des pommes?

Slide 16 - Open vraag

Opdracht - zet in de goede vorm:
4. Vous ......................... (aimer) le collège?

Slide 17 - Open vraag

Opdracht - zet in de goede vorm:
5. Max et Alie ............... (adorer) le collège.

Slide 18 - Open vraag

Antwoorden:
1. Je  parl (parler) français.
2. Nous  chantons  (chanter) une chanson.
3. Tu  manges  (manger) des pommes
4. Vous  aimez  (aimer) le collège?
5. Max et Alie  adorent  (adorer) le collège.

Slide 19 - Tekstslide