dinsdag 1tla opp. cirkel

Oppervlakte cirkel
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oppervlakte cirkel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je kunt de omtrek van een cirkel berekenen (vorige les gehad)
Je kunt de oppervlakte van een cirkel berekenen.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen van de cirkel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een cirkel heeft een 
diameter van 4 cm.
Bereken de omtrek.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een cirkel heeft een 
diameter van 4 cm.
Bereken de omtrek.

Pi x 4 = 12,6 cm

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oppervlakte cirkel
Oppervlakte cirkel =     

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte cirkel

Slide 7 - Tekstslide

4 keer straal×straal is te veel
3 keer past er ongeveer in
Oppervlakte cirkel

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte cirkel

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte figuur A:

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte figuur A:

Pi x 82 = 201, 1 cm2

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte figuur :B


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte figuur :B

Pi x 4,52 = 63,6 cm2

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Bereken de oppervlakte van de cirkel

A
314 cm^2
B
78,5 cm^2
C
15,7 cm^2
D
31,4 cm^2

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte van de cirkel hiernaast


Omtrekcirkel=πdiameter
Oppervlaktecirkel=πstraalstraal

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte van de beide cirkels. Rond af op 1 decimaal.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
  • Aan de slag met opgaven 49 t/m 54
  • Samen (fluisterend) of zelfstandig
  • Klaar? nakijken + leren voor de toets
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies