2BK Chapter 1 -2
1 / 51
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
doorheen
herinneren
verstopt
alles
beweren
hidden
claim
everything
remember
through
Slide 4 - Sleepvraag
My dad is going to ... our house by himself.
I ... what will happen in the future.
You are ... friends. You can speak freely.
>What are you doing?
<... Never you mind!
<... Never you mind!
I can't eat anything else. I've had ...
enough
build
nothing
amongst
wonder
Slide 5 - Sleepvraag
Vertaal: periode van 10 jaar
Slide 6 - Open vraag
Vertaal: herinnering
Slide 7 - Open vraag
Vertaal: voorkant
Slide 8 - Open vraag
Vertaal: voorbereiden
Slide 9 - Open vraag
Vertaal: wapen
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
My mother ___ me a present.
A
bet
B
bought
C
blew
D
broke
Slide 12 - Quizvraag
The tornado ___ the roof of the house.
A
blew
B
brought
C
was
D
built
Slide 13 - Quizvraag
The boxer ___ from his nose after a punch.
A
become
B
became
C
bled
D
broke
Slide 14 - Quizvraag
My maths teacher ___ late for class.
A
began
B
was
C
bet
D
become
Slide 15 - Quizvraag
The turtle ___ the rabbit in a race.
A
built
B
became
C
broke
D
beat
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Wat heeft Hibiki uitgevonden?
A
een klimapparaat
B
een muurstofzuiger
Slide 18 - Quizvraag
Welk programma hielp Hibiki zijn uitvinding te maken?
A
de tv-show "Bang goes the theory"
B
een uitzending over Spider-Man
Slide 19 - Quizvraag
Hoe lang heeft Hibiki aan zijn uitvinding gewerkt?
A
5 maanden
B
5 weken
Slide 20 - Quizvraag
Wat komt er uit een wall socket?
A
stromend water
B
stroom
Slide 21 - Quizvraag
Wat gebeurt er als je te hoog klimt?
A
dan trek je de kabel stuk
B
dan val je
Slide 22 - Quizvraag
Wat vindt de moeder van Hibiki van de uitvinding?
A
Ze vindt het geweldig, maar ze is bang dat de machine het huis zal beschadigen.
B
Ze vindt het geweldig, maar ze is bang dat Hibiki van de muur naar beneden zal vallen.
Slide 23 - Quizvraag
Waardoor is de school beroemd?
A
De school leidt zangers op voor een beroemd koor.
B
De school was de laatste school die meisjes toeliet.
Slide 24 - Quizvraag
Wat wil de schrijver van deze tekst laten zien?
A
Dat King's College een bijzondere leerling heeft.
B
Dat King's College een bijzondere school is.
Slide 25 - Quizvraag
Hibiki's grote held kan tegen muren opklimmen.
A
true
B
false
Slide 26 - Quizvraag
Als Hibiki zijn uitvinding gebruikt is hij verkleed als Spider-Man.
A
true
B
false
Slide 27 - Quizvraag
De school had vanaf het begin alle vertrouwen in de uitvinding van Hibiki.
A
true
B
false
Slide 28 - Quizvraag
Je hebt alleen twee stofzuigers nodig om het apparaat te maken.
A
true
B
false
Slide 29 - Quizvraag
De uitvinding werkt alleen als je stroom hebt.
A
true
B
false
Slide 30 - Quizvraag
Hibiki’s moeder heeft zo haar bedenkingen over de uitvinding.
A
true
B
false
Slide 31 - Quizvraag
Hibiki moet ieder jaar weer een toelatingsexamen doen voor zijn school.
A
true
B
false
Slide 32 - Quizvraag
Hibiki zingt in het schoolkoor.
A
true
B
false
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Ludo is ontstaan in Engeland.
A
true
B
false
Slide 35 - Quizvraag
Sorry! is de Amerikaanse versie van Ludo.
A
true
B
false
Slide 36 - Quizvraag
Er worden in de tekst vijf landen genoemd waar Ludo gespeeld wordt.
A
true
B
false
Slide 37 - Quizvraag
Het speelveld heeft twintig gekleurde vakjes.
A
true
B
false
Slide 38 - Quizvraag
Je kunt dit spel met zijn vieren spelen.
A
true
B
false
Slide 39 - Quizvraag
Je speelt dit spel met de klok mee.
A
true
B
false
Slide 40 - Quizvraag
Als je op een vakje van een tegenstander komt, mag je je poppetje in het thuisvak zetten.
A
true
B
false
Slide 41 - Quizvraag
Deze tekst kun je vinden in de spelregels van het spel.
A
true
B
false
Slide 42 - Quizvraag
Vul de zin in het Nederlands aan:
Ludo is een Latijns woord. In het Nederlands betekent dat ____.
Ludo is een Latijns woord. In het Nederlands betekent dat ____.
Slide 43 - Open vraag
Vul de zin in het Nederlands aan:
Een voorloper van Ludo werd voor het eerst gespeeld in ____.
Een voorloper van Ludo werd voor het eerst gespeeld in ____.
Slide 44 - Open vraag
Vul de zin in het Nederlands aan:
Een voorloper van Ludo werd voor het eerst gespeeld in de ____ e eeuw.
Een voorloper van Ludo werd voor het eerst gespeeld in de ____ e eeuw.
Slide 45 - Open vraag
Vul de zin in het Nederlands aan:
In ____ heet het spel "so be it".
In ____ heet het spel "so be it".
Slide 46 - Open vraag
Vul de zin in het Nederlands aan:
De meeste vakjes in Ludo zijn ____ van kleur.
De meeste vakjes in Ludo zijn ____ van kleur.
Slide 47 - Open vraag
Vul de zin in het Nederlands aan:
Maar er zijn ook vakjes in ___ andere kleuren.
Maar er zijn ook vakjes in ___ andere kleuren.
Slide 48 - Open vraag
Vul de zin in het Nederlands aan:
Je moet ____ voor je met je poppetje op pad mag.
Je moet ____ voor je met je poppetje op pad mag.
Slide 49 - Open vraag
Vul de zin in het Nederlands aan:
In Nederland heet Ludo ___
In Nederland heet Ludo ___
