Aliments (en) français
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Noem een fruit in het Frans
Slide 3 - Open vraag
Noem iets ongezonds in het Frans
Slide 4 - Open vraag
le croissant
la boulangerie
manger
le café
la confiture
le restaurant
la baguette
Slide 5 - Sleepvraag
Noem iets waarvan je patat kunt maken
in het Frans
Slide 6 - Open vraag
Wat zie je op het plaatje?
A
La carte
B
L'addition
C
Une entrée
Slide 7 - Quizvraag
Een tafel voor twee personen, s.v.p.
Ik zou graag willen ...
Ik neem...
Als voorgerecht, neem ik...
Als hoofdgerecht, neem ik ...
Als toetje, neem ik...
Mag ik de rekening, s.v.p.?
Une table pour deux personnes, s.v.p.
Je voudrais...
Je prends...
Comme entrée, je prends...
Comme plat principal, je prends...
Comme dessert, je prends...
L'addition, s.v.p.
Slide 8 - Sleepvraag
Noem (een soort) vlees in het Frans
Slide 9 - Open vraag
Wat zie je op het plaatje?
A
l'assiette
B
l'addition
C
l'entrée
Slide 10 - Quizvraag
Wat is geen eten?
A
Le coca
B
Le crêpe
C
Le chocolat
D
Le pain
Slide 11 - Quizvraag
broodsoorten
beleg
drankjes
algemene woorden over eten
Slide 12 - Sleepvraag
Noem iets zoets (bijv. snoepje) in het Frans
