- What does the test look like? - Tips to prepare for the test - Practice with a new text. - Practice with the text from the books. Next lesson: Vocabulary (woordjes leren)
Slide 2 - Tekstslide
What does the test look like?
Three levels:
A: 1.1 + extra vocab
B: 1.1 + 1.2
C: 1.1 + 1.2 + 1.3
50 points in total: 20 on the words, 30 on reading. 4 different texts: 1 text from the book, 3 new ones.
Slide 3 - Tekstslide
Who will do which?
A. 1.1 + extra woordjes: Haya, Gevorg, Amanda, Sabrin
B. 1.1 + 1.2: Farha, Quinty, Laila, Araaso, Gerwin, Shivanie, Kimberly, Melani, Manon, Furkan Y. Deborah
C. 1.1, 1.2 en 1.3: Romaysa, Furkan K. Rachel, Abdullah, Guilbert, Onur, Jamal
Slide 4 - Tekstslide
Important tips:
- If the assignment says "antwoorden in het Nederlands" doe dit dan ook!
- Als je voor een vraag meer dan 1 punt kunt krijgen is er een grote kans dat er meer dan 1 antwoord nodig is.
- READ CAREFULLY!
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Answer the question:
What did Uncle Ben NOT do on Holiday, write down the Letter:
A. Go to the beach.
B. Go to the zoo.
B. Take a boat trip.
C. visit a museum.
D. Go to a club.
True or False?
1 The hotel was expensive:
True / False
2 The movie was about ghosts:
True / False
3 The train was very fast:
True/False
Slide 7 - Tekstslide
To do:
1. Je krijgt een tekst uit het boek, lees deze nogmaals. 2. Bedenk 3 vragen die ik op de toets zou kunnen stellen. 3. Als iedereen in de groep klaar is kom je bij elkaar. 4. Elk groepslid stelt omste beurt zijn/haar vragen. De rest beantwoord deze vragen op papier. 5. Bespreek de antwoorden met elkaar. 6. Kies als groep 2 vragen die je heel goed vond en waarom.