In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Lading en spanning
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik
Hoofdstuk 5 Schakelingen - Introductie
Open online methode en maak opdracht 1 t/m 4. (opdracht 3 wordt op papier gemaakt)
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Slide 3 - Tekstslide
Heb je al eens gemerkt:
• dat bij het kammen van je haar het rechtop gaat staan? • dat bij een trui uittrekken deze knettert? • dat je bij het aanraken van een metalen knop een schok kreeg? • dat er vonkjes overspringen als je iets of iemand vastpakt?
Je hebt dan een elektrische lading gekregen.
Je zegt dat de pvc-buis door het wrijven elektrisch geladen of statisch is geworden.
Slide 4 - Tekstslide
balletjes van piepschuim
Slide 5 - Tekstslide
https:
Slide 6 - Link
phet.colorado.edu
Slide 7 - Link
Slide 8 - Tekstslide
Waterdamp
De ideale omstandigheden voor proefen met geladen deeltjes:
Als het buiten vriest.
Als het binnen erg warm is.
Als de lucht erg droog is.
In de vochtige lucht is de statische elektriciteit snel weg.
Slide 9 - Tekstslide
Lading
2 soorten lading:
Positieve (+)
Negatieve (-)
Als een voorwerp statisch geladen is, heeft het te veel positieve of te veel negatieve lading.
Gelijk-geladen deeltjes stoten elkaar af.
Ongelijk-geladen deeltjes trekken elkaar aan.
Slide 10 - Tekstslide
Geladen deeltjes kunnen elkaar..
aantrekken of afstoten
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoelen
Jullie gaan leren,
1-Hoe de van de graaf generator werkt?
2- Wat spanning is?
3-Hoe een atom model eruit ziet?
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Spanning
- In de figuur zie je twee even grote metalen bollen op een plastic voet. Bol A is negatief geladen, bol B is positief. In zo’n geval zeg je dat er tussen A en B een spanning bestaat.
-Als je tussen A en B een geleidende verbinding maakt, gaan de elektronen bewegen van A naar B. Er loopt dan een elektrische stroom.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Geheim van een atoom
Een atoom bestaat uit een atoomkern en vrije bewegende elektronen.
De atoomkern is positief geladen (+) en de elektronen zijn negatief geladen (+).
Als er evenveel protonen als elektronen zijn in één atoom dan is het atoom elektrisch neutraal.
Slide 18 - Tekstslide
Elektronen worden over gedragen:
positief geladen deeltjes - protonen
negatief geladen deeltjes - elektronen
Meer protonen dan elektronen - positief geladen
Meer elektronen dan protonen - negatief geladen
Slide 19 - Tekstslide
Quiz
Slide 20 - Tekstslide
Elektronen hebben een .... lading
A
negatieve
B
positieve
C
neutrale
Slide 21 - Quizvraag
Voorwerpen stoten elkaar af als...
A
de lading gelijk is
B
de lading ongelijk is
Slide 22 - Quizvraag
Om een positieve lading te maken...
A
Voeg ik protonen toe
B
Haal ik protonen weg
C
Voeg ik elektronen toe
D
Haal ik elektronen weg
Slide 23 - Quizvraag
A
-
B
+
Slide 24 - Quizvraag
A
protonen
B
elektronen
Slide 25 - Quizvraag
Gelijksoortige lading trek elkaar aan.
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Waarom gaan de haren van dit meisje omhoog staan?
A
De haren hebben tegenovergestelde
lading en stoten elkaar af.
B
De haren hebben dezelfde lading en stoten elkaar af.
C
De haren zijn magnetisch geworden.
Slide 27 - Quizvraag
Protonen zijn bouwsteentjes van een atoom. Waar zitten ze? En wat is de lading van een proton?
A
In de kern, negatieve lading
B
in de kern, positieve lading
C
in de wolk, negatieve lading
D
in de kern, geen lading
Slide 28 - Quizvraag
Lading A trekt lading B aan en stoot lading C af. Je weet nu:
I. Lading A is positief geladen II. Lading B en C hebben niet dezelfde lading
A
Beide stellingen zijn waar
B
Stelling I is waar, stelling II is niet waar
C
Stelling I is niet waar, stelling II is waar
D
Beide stellingen zijn niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Samenvatting
Er zijn positieve ladingen en negatieve ladingen. Iets wat geen lading heeft noemen we neutraal.
Gelijk geladen deeltjes stoten elkaar af.
Verschillend geladen deeltjes trekken elkaar aan.
Elektronen die door een iets heen bewegen noemen we elektrische stroom.