Quiz assenstelsel

• wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Goedemiddag klas 1B2

Wat gaan we doen?

Paragraaf 3.3 assenstelsel

Tekeningen bekijken

Afsluiting

Regels

• Je luistert naar elkaar
• Je blijft van elkaar af
• Je hebt je spullen bij je ( Boek, gum, potlood en pen en geodriehoek)
• Je bent actief met de lesstof bezig.

Assenstelsel 

- horizontale as

- verticale as

- getallen bij de assen

- beginpunt assen oorsprong

- letter O bij oorsprong 

- dit noemen we assenstelsel 

Assenstelsel 

Vanuit O

- eerst naar rechts

- daarna omhoog

Punt A ligt op

(3, 2)

Rooster

Jos is in (3,  4).

Om daar te komen ga je vanuit O:

- 3 stappen naar rechts

- 4 stappen omhoog

Jos is dus bij de ruïne.

Goedemorgen 1b2

wo 29 jan toets H3.

Basis:  Blz 136 t/m 140 ( p. 3.3 assenstelsel en 3.4 assenstelsel uitbreiden)

Kader: p. 3.3 assenstelsel en 3.4 assenstelsel uitbreiden+ 3.5 informatie assenstel.

Wat gaan we doen

samenvatting lezen 158+159 (10 minuten)

Lesson up

Kahoot

Aan de slag

• Wat ? Maak opgaven 25 t/m 30
• Hoe ? in stilte
• Tijd ? 10 minuten
• Bespreken .
• Klaar ? Ga verder met opgaven 31 t/m 40

Verder aan de slag

• Wat ?  Maak opgaven 29 t/m 40
• Hoe ? Samen met je buurman/ buurvrouw.
• Hulp ? Ik loop langs voor hulp.
• Tijd ? 20 minuten

Bladzijde 41

• Speel het spel Vier=prijs

Goedemiddag 1B2

Wat gaan we doen:

Huiswerk bespreken

Herhaling 3.3 assenstelsel

Lesson up

Huiswerk bespreken

Alleen voor Kader leerlingen: Lynn en Aus:

3.5 Informatie assenstelsel opgaven 58 bladzijde 149 t/m opgaven 68 op bladzijden 156.

Voor Basis leerlingen: bladzijde 164 opgaven 5 en 6.

Aan de slag

Wat ? Basis : bladzijde 164 en 165

Kader: 164+165+166

Tijd ? 10 minuten in stilte daarna op fluistertoon.10 minuten

Klaar ? Mag je nakijken. Laat eerst mij zien.

Een assenstelsel bestaat uit een horizontale en een verticale as

1. waar
2. niet waar
3. soms waar
4. oeps, vergeten

Deze lijn is:

1. horizontaal
2. verticaal

De 0 staat voor oorsprong, oftewel het beginpunt of nulpunt

1. niet waar
2. waar
3. soms waar
4. oeps, óók vergeten...

De coördinaten van punt A
schrijf je zo:

1. A (1 , 3)
2. (A= 1 , 3)
3. (1 , 3)
4. Mag alledrie

Welke notatie van punt B klopt?

1. B (5: 3,5)
2. B (5 - 3,5)
3. B (5 , 3,5)
4. (5 ; 3,5)

(5 , 3) betekent:

1. 5 omhoog en 3 naar rechts
2. 5 omlaag en 3 naar rechts
3. 5 naar rechts en 3 omhoog
4. 5 naar rechts en 3 omlaag

A (3 , 5)

De 3 is de

1. horizontale coördinaat
2. verticale coördinaat
3. rechter coördinaat
4. linker coördinaat

De verticale coördinaat

1. is van links naar rechts
2. is altijd de 2e coördinaat
3. is van onder naar boven
4. B en C zijn waar

B (4 , 5)

Punt B is ...

1. een roosterpunt
2. geen roosterpunt

B (4,5 ; 5)

Punt B is ...

1. een roosterpunt
2. geen roosterpunt

Deze lijn is:

1. horizontaal
2. verticaal

Wat gaan we doen

Terugblik vorige les

Bladzijde 132 bespreken

Maken vanaf bladzijde 133 t/m 136

Klaar ? Speel het spel op blz 137 

Aan de slag

•  Wat ?Maak opgaven op blz 133 t/m 136
• Hoe ? Op fluistertoon
• klaar ? Laat het mij zien.
• Speel het spel 4 op een rij

Wat gaan we doen ?

• Let op, de toets gaat alleen over paragraaf 3.3 en eerste deel 3.4.  van aankomende maandag. ( 10 min)
• zeeslag spelen ( op papier) ( 20 min )
• Kahoot ( 10 min)