Voorbereiding microscopie

Voorbereiding microscopie practica
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding microscopie practica

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel

1.  Je leert wat een natuurgetrouwe- en een schematische tekening is

2.  Je leert goed te kijken naar kenmerken van organismen

3.  Je leert te tekenen: natuurgetrouw en schematisch

4.  Je leert wat een buitenaanzicht is

5. Je leert wat een lengte- en dwarsdoorsnede is

6. Je leert de onderdelen van een plantaardige cel en een dierlijke cel

7. Je gaat leren werken met de microscoop





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk
Bekijk de volgende dia's, 
maak de vragen waar dat gevraagd wordt en 
zorg dat je weet wat je straks met microscopie moet gaan DOEN!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je krijgt 5 practica
- Scherpstellen en beeld maken: de letter "e"
- 2 Haren
- Rode ui
-Waterpest
-Wangslijmvlies
vanaf 3 -10

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekenen
even herhalen!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een natuurgetrouwe tekening?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een schematische tekening?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een buitenaanzicht?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dwarsdoorsnede?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekenen
Bij biologie wordt vaak getekend. Om dat te doen moet je kijken
naar de kenmerken van een organisme. 

Soms ga je een natuurgetrouwe tekening maken. Dan teken je alles heel nauwkeurig.

Als je een schematische tekening maakt, teken je alleen de belangrijkste kenmerken.
Foto
Wat voor tekening is dit?
natuurgetrouwe tekening
Wat voor tekening is dit?
schematische tekening
Waarnemen:
Je kunt met 'het blote oog' kijken.

Door een loep te gebruiken zie je iets ongeveer 10x vergroot.
Als je een cel wilt bestuderen gebruik je een microscoop (vergroot 40, 100, 400 x)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buitenaanzicht ---
Lengte- en dwarsdoorsnede
Als je een tekening van het buitenaanzicht maakt, teken je wat je van de buitenkant van het organisme ziet.

Als je een lengtedoorsnede maakt, zie je een stuk van de binnenkant. Je snijdt het organisme dan in de lengte door.

Als je een dwarsdoorsnede maakt, zie je ook een stuk van de binnenkant. Je snijdt het organisme dan dwars door.
Welk soort tekening kun je hiervan maken?
Hiervan kun je een tekening maken van het buitenaanzicht.
Welke doorsnede is dit?
Lengtedoorsnede
Welke doorsnede is dit?
Dwarsdoorsnede
Als je gaat tekenen, ziet de tekening van de dwarsdoorsnede er heel anders uit dan die van de lengtedoorsnede.
Als je een lengtedoorsnede 
of dwarsdoorsnede maakt, 
'snij je door het midden'!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De microscoop
Oefening

Weet jij alle 
onderdelen
nog?

oculair
tubus
revolver
objectief
tafel
statief
grote schroef
kleine schroef
lamp
diafragma
voet
preparaatklem

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een preparaat

  • voorwerpglas/objectglas
  • dekglaasje
  • object (het voorwerp dat je gaat bekijken)

Soms gebruik je ook nog een druppel water of jodium
Preparaat bestaat uit:

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorg dat je preparaat recht boven de opening in de tafel komt te liggen. Precies midden onder de opening van het objectief.
Dát wat je scherp wilt zien: 
In het midden!
Dán scherp stellen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf in je schrift hoe de letter e te zien is als je door de microscoop kijkt.
Pract icum

 1

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pt
Vergroot 40 x
Neem de tekst van deze dia over in je schrift en vul in of teken wat er gevraagd wordt!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pt  40 x vergroten

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

twee haren
400x
vergroot
bekijken
Practicum 
2

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je bekijkt de 2 haren
Schrijf over in je schrift en vul in: 

Bij het kruispunt van de 2 haren kan ik de haren wel / niet tegelijk scherp zien.
Dat komt doordat .......

Slide 21 - Tekstslide

..
de microscoop heel precies op een laag  (niveau/hoogte) kan scherpstellen.
Daardoor kun je de bovenste scherpstellen (dan zie je de onderste wazig) of andersom.

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen dierlijke- en plantaardige cel
- Schrijf in je schrift de onderdelen van de dierlijke cel
- Schrijf in je schrift de onderdelen van de plantaardige cel
- Welke onderdelen heeft de plantaardige cel wel en de dierlijke    cel niet?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige cellen
De celwand is een soort doosje dat om een cel heen zit. Gelijk daarbinnen vinden we het celmembraan. Dit is het eigenlijke buitenste laagje van de cel en zorgt ervoor dat niet alles zo maar de cel in of uit kan. Het cytoplasma is een stroperige vloeistof die bestaat uit water met daarin opgeloste stoffen en eiwitten. In het cytoplasma liggen de bladgroenkorrels die glucose maken. In het cytoplasma ligt ook de celkern. Dit is het onderdeel dat alle processen in de cel regelt. In het midden van de cel vinden we een vacuole, een blaasje dat gevuld is met (vooral) water. De cellen sluiten niet overal precies op ekaar aan hierdoor ontstaan intercellulaire ruimten
In sommige cellen (niet op de afbeelding) zitten dan ook nog zetmeelkorrels en/of kleurstofkorrels.
Niet alle cellen bevatten al deze onderdelen. Wortelcellen bijvoorbeeld hebben (bijna) nooit bladgroenkorrels.
celwand
1
cytoplasma met bladgroenkorrels
4
celkern
5
cytoplasma
3
celmembraan
2
vacuole
6
intercellulaire ruimte
7

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wangslijmvlies van een mens

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterpest

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicum 3, 4 en 5
3. Cellen van een RODE UI
4. Cellen uit jouw WANGSLIJMVLIES
5. Cellen van WATERPEST


vanaf woensdag 3-10

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let bij de Practica op

  • Bij  rode uiencel; hoe je het preparaat maakt, heb je gezien in het filmpje. Teken 1 cel met onderdelen (denk aan bijschriften/titel)
  • Bij wangslijmvliescel van een mens; het preparaat maak je door een druppel eosine op een objectglas te doen, met een roerstaafje langs de binnenzijde van de wang te schrapen. Wat er op het roerstaafje zit doe je voorzichtig in de druppel eosine. Daarna dekglas erop en kijken.
  • Bij practicum waterpest: Kijk goed naar de chloroplasten (bladgroenkorrels)! Teken 1 cel met aangrenzende cellen en zet de onderdelen erbij (denk aan de regels!)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we maandag doen?
- Bespreken/nakijken huiswerk 
- Start microscopie practicum

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies