2425 5.1 Licht en schaduw 2TH

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

H4: Elektriciteit

Benodigheden

- pen

- werkblad

Tassen op de grond

Op je eigen plek

Welkom 2G!

Ga zitten en start met:

De introductie opdracht

Jas over je stoel

        bord en docent

Rustig aan het werk

Justin	Kasim	Taha	Hattab
	Amy	Sanne
		Hossein	Dave
Abram	Nataiyu		Diyar

Ömer	Atakan
	Siem	Maxim	Tygo
Maram	Tina	Romina
Badrdin	Tiago	Ada	Murat

We gaan starten!

Lesplanning

1. Opdracht bespreken
2. Leerdoelen
3. Instructie (uitleg)
4. Opdrachten
5. Afsluiting 

Opdracht bespreken

1. Spiegelschrift
2. Waar/niet waar
3. Schaduw tekenen

Leerdoelen

• 6.1.1 Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
  
• 6.1.2 Je kunt schematisch lichtstralen tekenen.
  
• 6.1.3 Je kunt uitleggen hoe je voorwerpen om je heen kunt zien die zelf geen licht geven.
  
• 6.1.4 Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.
  
• 6.1.5 Je kunt uitleggen welke schaduwbeelden ontstaan als een voorwerp verlicht wordt door één lamp of door twee lampen.

Waarom zie jij de wereld om je heen?

Licht en donker

Je ziet met je ogen, maar je hebt licht nodig om te kunnen zien.

Zonder licht zie je niets.

Lichtbronnen

Er zijn verschillende soorten lichtbronnen

• Natuurlijke lichtbron (zon)

• Kunstmatige lichtbronnen (kaars, lamp, haardvuur enz.)

• Natuurlijke lichtbron 

• Kunstmatige lichtbronnen 
  

Lichtstralen

Een brede strook licht noemen we een lichtbundel.

Een lichtbundel bestaat uit lichtstralen. Lichtstralen tekenen we als een rechte lijn met een pijltje.

Voorwerpen zien

De lichtstralen weerkaatsen diffuus (alle kanten op) op het voorwerp en komen in jouw ogen. Hierdoor zie jij je omgeving!

Aan het werk! NOVA

Wat? 6.1 Licht en schaduw - opdracht 1 t/m 5

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.

Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 

Heb je vragen? Kom bij mijn bureau. 

Klaar? Test Jezelf!

Leerdoelen check (waar/niet waar)

6.1.1 Natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen

1. De zon is een kunstmatige lichtbron. 
2. Een gloeilamp is een natuurlijke lichtbron. 
3. De maan is een natuurlijke lichtbron. 
4. Een kaarsvlam is een natuurlijke lichtbron. 
5. Bliksem is een natuurlijke lichtbron. 

Leerdoelen check (waar/niet waar)

6.1.2 Schematisch lichtstralen tekenen

1. Lichtstralen worden altijd als rechte lijnen getekend.
2. Lichtstralen kunnen in een schematische tekening krullen en golven.
3. Lichtstralen kunnen alleen van een lichtbron naar een voorwerp getekend worden, nooit andersom.
4. In een schematische tekening mag je een lichtstraal tekenen zonder pijltje.

Leerdoelen check (waar/niet waar)

6.1.3 Voorwerpen die zelf geen licht geven kunnen zien

1. We kunnen een tafel zien omdat deze zelf licht uitstraalt.
2. Een witte muur weerkaatst meer licht dan een zwarte muur.
3. Je kunt een object alleen zien als er licht op valt en het licht wordt teruggekaatst naar je ogen.
4. In een volledig donkere ruimte zonder lichtbronnen kun je nog steeds voorwerpen zien.

Afsluiten

Huiswerk

6.1 Licht en schaduw - opdracht 1 t/m 5

BOEK B MEE!!!

Blijf even zitten tot de bel gaat!