Les 4 "Een beetje meer grammatica"

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Programma

1. SO 1 Periode 3

2. Keuzevoorzetsels

SO 1 Periode 3

Log in via Test Correct!

Je hebt 10 minuten tijd!

Wees niet bang, het is heel makkelijk :) 

Herhaling:
Welke voorzetsels met de 3e naamval
ken je?

Herhaling:
Welke voorzetsels met de 4e naamval
ken je?

Keuzevoorzetsels

Voorzetsel met de 3e of 4e naamval

an, auf, hinter, neben, in, über, unter, vor, zwischen

(aan, op, achter, naast, in/naar, boven/over, onder, voor, tussen)

Maar wanneer met de 3e en wanneer met de 4e?

dezelfde situatie (zonder beweging) = derde naamval 

geen locatie = derde naamval

verandering (met beweging)= vierde naamval

geen locatie (auf en über) = vierde naamval

Er sitzt auf dem Stuhl. (Wo? Waar?)

Er setzt sich auf den Stuhl. (Wohin?)

Opdracht 

Neue Kontakte vwo4 

blz. 145 opdracht 5 en 6 

blz. 146 opdracht 7 en 10

blz. 147 opdracht 12 en 13

blz. 148 opdracht 15 en 16

Huiswerk

Maak de oefeningen met de keuzevoorzetsels af!