Thema 5: paragraaf 5.5 (basis en kader)

Gedrag
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Iris
Pupil

Slide 2 - Sleepvraag

Waar zitten GEEN zintuigcellen?
A
Netvlies
B
Gele vlek
C
Blinde vlek

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heet de vlek waar de oogzenuw het oog verlaat?
A
Gele vlek
B
Zwarte vlek
C
Blinde vlek
D
Onzichtbare vlek

Slide 4 - Quizvraag

Pupil
Vaatvlies
Netvlies
Gele vlek
Oogzenuw
Blinde vlek

Slide 5 - Sleepvraag

Insuline..
A
Verhoogt het glucosegehalte in het bloed
B
Verlaagt het glucosegehalte in het bloed

Slide 6 - Quizvraag

                      Lesdoelen

Na deze les:
  1. kan ik uitleggen wat gedrag is.
  2. kan ik uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
  3. kan ik het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag. 

Slide 7 - Tekstslide

Reageren op prikkels
Prikkel = je ziet groen licht

Zintuig = ogen en/of oren 
Zintuigen = liggen zintuigcellen die prikkels opvangen en hierdoor ontstaan impulsen

Impuls = ogen en/of oren sturen signaal naar je hersenen
Impuls = signaal naar je spieren

Reageren (respons) = je mag gaan rijden

Rijden bij groen licht is een bewuste reactie

Slide 8 - Tekstslide

Gedrag
Gedrag = alles wat een mens of dier doet.
Gedrag = een reactie op prikkels.

Handeling = dingen die je doet (zitten, staan, slapen, kijken)

Jij kunt zelf bepalen welk gedrag je laat zien. 

                               Wat zou jij doen als je klasgenoot een band leeg laat lopen?

  

Slide 9 - Tekstslide

Aangeboren en aangeleerd gedrag 
  • Aangeboren gedrag: gedrag niet aangeleerd hoeft te worden.
  • Aangeleerd gedrag: gedrag dat ontstaat door te leren.

Slide 10 - Tekstslide

Gedragsketen
Gedragsketen = handelingen die elkaar in een vaste volgorde opvolgen, waarbij het effect van de ene handeling leidt tot een volgende handeling

Slide 11 - Tekstslide

Prikkels
Inwendige prikkel  =  motivatie  =  prikkel uit je eigen lichaam
  • honger
  • dorst
  • hormonen  (je zegt dus nooit: zin in seks)
Uitwendige prikkel = prikkel uit je omgeving
  • geur
  • kleur
  • licht
  • temperatuur

Slide 12 - Tekstslide

Signalen
Signalen is een prikkel of handeling bij sociaal gedrag.

 Voorbeelden:
  1. Geuren
  2. Kleuren
  3. Geluiden
  4. Houdingen
  5. Gebaren

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Motivatie
  • Motivatie:  is de bereidheid om bepaald gedrag te verrichten

Slide 15 - Tekstslide

Normen en waarden
Normen = gedragsregels 
Waarden = ideeën wat mensen belangrijk vinden
  • Verschilt per cultuur
  • Hebben dieren niet

Slide 16 - Tekstslide

Observatie en interpetatie
Observatie: Feitelijk, het gedrag kan omschreven worden. (iemand steekt een hand op)
Interpretatie: Wat jij denkt dat dit gedrag betekent. (de hond is blij, hij probeert de vlieg weg te jagen)

Slide 17 - Tekstslide

Gedrag is........?
A
Een reactie op een prikkel
B
Een reactie op een impuls

Slide 18 - Quizvraag

Is dit gedrag? Je pakt je fiets
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Prikkel/respons
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
respons
prikkel
Je ruikt een gaslucht
Je schrikt
Je loopt naar het gasfornuis
Je ziet dat de gasknop open staat
Je draait het gas uit

Slide 20 - Sleepvraag

Wat is aangeboren gedrag?
A
Gedrag dat alleen bij mensen voorkomt.
B
Gedrag dat alleen bij dieren voorkomt.
C
Gedrag dat alleen aangeleerd kan worden.
D
Gedrag dat aangeboren is en niet aangeleerd hoeft te worden.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is aangeboren gedrag?
A
Lezen
B
Zitten
C
Taart bakken
D
Plassen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een interpretatie?
A
De kat heeft zijn staart omhoog met het puntje gebogen
B
De kat kijkt me bang aan
C
De kat is zwart
D
Katten zijn jagers

Slide 23 - Quizvraag

                      Lesdoelen

Na deze les:
  1. kan ik uitleggen wat gedrag is.
  2. kan ik uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
  3. kan ik het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag. 

Slide 24 - Tekstslide

Aan het werk & huiswerk
Maak de digitale opdrachten van paragraaf 5
Basis:
  • 5.5: Opdracht 1 t/m 8 (3 niet)
  • 5.7: Opdracht 1 t/m 3

Kader:
  • 5.5: Opdracht 1 t/m 10

Je mag op fluisterniveau met elkaar overleggen
Klaar bekijk de filmpjes uit het huiswerk van de vorige lessen! Je mag zelf kiezen welke je gaat kijken of maak de opdrachten die je nog niet af had. 



Slide 25 - Tekstslide